“Ik doe weer mee!”

Actieplan Jeugdwerkloosheid helpt jongeren aan baan

Marijke Dekker

Ze werkt in een restaurant in het UMC. En is daar helemaal op haar plek. Dat was een halfjaar geleden wel anders. Toen hing de 21-jarige Siham op de bank. Zonder werk, zonder inkomen, zonder toekomstperspectief, zonder zelfvertrouwen. Nu doet ze weer mee. Dankzij het Actieplan Jeugdwerkloosheid.

Achttien is ze, als ze de schoolbanken vaarwel zegt. Siham Abequoy uit Houten heeft praktijkonderwijs gevolgd, en daarna even MBO-2 geprobeerd, maar dat bleek geen succes. Ze heeft een aantal baantjes, die ze al snel ook weer opzegt.

Het loopt allemaal niet lekker. “Er was een baan bij, waarin ik door de manager werd beledigd waar klanten bij waren. Bovendien was het druk en moest ik het allemaal maar zelf uitzoeken. Die druk was voor mij te hoog. Bij een andere baan werd er verwacht dat ik gelijk de kassa kon bedienen en wisselgeld kon teruggeven. Ik liep tegen mijzelf aan, trok het niet. Elke keer ben ik zelf opgestapt.”

ISOLEMENT Als ze met haar vriend gaat samenwonen, stopt bovendien haar uitkering. Ze leven samen van zijn salaris, maar dat is geen vetpot. Siham voelt zich nutteloos en financieel afhankelijk, spreekt steeds minder af met vriendinnen en belandt in een isolement. “Ik had geen geld om iets leuks te doen, en het voelde niet fijn als mijn vriendinnen wel leuke, spannende verhalen hadden. Mijn wereldje werd kleiner. In die tijd ging ik ook echt aan mijzelf twijfelen.”

JOBHUNTER Van een maatschappelijk werker hoort ze over het Actieplan Jeugdwerkloosheid. Ze klopt aan bij de gemeente, die haar in contact brengt met jobhunter Rosa van der Voort.

“Wij helpen jongeren die geen werk hebben en niet naar school gaan, mar het vinden van een baan”, vertelt Rosa. “Maar het initiatief ligt bij de jongere. Ik ontmoette Siham en zag een leuke, enthousiaste meid die graag wil werken. Ik geloof in haar. Dat is belangrijk: je hebt iemand nodig die in je gelooft. Ik zag ook dat ze iets extra’s nodig had: begrip, coaching. En vooral: een passende plek zonder een te hoog tempo.”

Rosa gaat op zoek en vindt twee weken later, via het Werkgeversservicepunt Utrecht Midden, een passende job binnen het Universitair Medisch Centrum Utrecht. In het restaurant van het facilitair bedrijf gaat Siham 26,5 uur per week aan de slag: schoonmaken, bijvullen, broodjes beleggen en salades maken.
“Echt heel leuk”, vertelt ze stralend. “Leuk werk, leuke collega’s. Ik heb al gevraagd of ik meer uren mag werken en meer met het eten dan met schoonmaken bezig mag zijn.”

JOBCOACH Haar manager houdt rekening met haar, luistert oprecht, neemt haar serieus, zegt Siham. Bovendien komt er af en toe een jobcoach van Uw re-integratie langs. Ook met haar kan Siham alles bespreken.

BANK Zonder Rosa had Siham nog op de bank gezeten, zegt ze zelf. “Ik zou veel hebben gesolliciteerd en net zo vaak zijn afgewezen. Nu ben ik gelukkig, sta ik op eigen benen, heb ik meer energie en structuur. Ook heb ik tips gekregen voor een eventuele volgende sollicatie.”

JONGEREN Het Actieplan Jeugdwerkloosheid is bedoeld voor alle kwetsbare jongeren tussen 16 en 27 jaar die niet werken en niet naar school gaan. “We zijn er voor alle jongeren die aan die voorwaarden voldoen: ongeacht niveau of reden.”

KRACHT Het Actieplan omvat diverse organisaties, waaronder jobhunters zoals Rosa. “Wij helpen werkzoekende jongeren naar een passende job en geven tips hoe ze dat zelf voortaan kunnen aanpakken. We doen een cv-check, helpen een motivatiebrief opstellen, leren hoe je je kunt presenteren. En vooral: leggen persoonlijk contact met een werkgever. Dat is onze kracht. Een cv op papier zegt niet zo veel. Wij kunnen vertellen over de motivatie en mogelijkheden van de jongere. We denken in kansen. Soms kan de functie worden aangepast aan de mogelijkheden van de jongere. Centraal staat dat de baan passend is én liefst duurzaam.”

Het is belangrijk dat jongeren op de hoogte zijn van de mogelijkheden die het Actieplan biedt, zegt Rosa. “We organiseren ‘meet and greets’, informeren gemeenten en hulpverleners en zijn aanwezig bij allerlei initiatieven. Maar we moeten het vooral hebben van ‘mond-tot-mond reclame’.”

In 2016 zijn 191 jongeren in de arbeidsmarktregio Utrecht Midden (15 gemeenten) op deze manier aan een baan geholpen, van wie negen in de Kromme Rijnstreek.

Waar Siham zichzelf over vijf jaar ziet? “Ik hoop dat we dan een leuk gezinnetje hebben. En dat ik hier nog werk. Dit is helemaal mijn plek.”

Bijschrift foto:
Rosa van der Voort (links) en Siham Abequoy in het restaurant waar Siham nu werkt.

Foto: Marijke Dekker

Annemarie van Weelie over event 'Anders Denken, Anders Doen'

"Inspirerend om bezieling in mensen wakker te maken"

 

Mensen die vanuit bevlogenheid, passie en talenten werken, zijn fitter, gelukkiger en productiever. Met deze overtuiging als belangrijkste boodschap verzorgde gildemeester Annemarie van Weelie samen met collega Léon Haver een inspirerende workshop tijdens het event 'Anders Denken, Anders Doen', dat op 27 november 2014 in Zeist plaatsvond. "Inspirerend om bezieling in mensen wakker te maken."

'Anders Denken, Anders Doen': hèt door het Nationaal Platform Duurzame Inzetbaarheid georganiseerde event over technologische en sociale innovaties die bijdragen aan een organisatie waar medewerkers langer gezond, productiever en met plezier blijven werken. Een dag met een mooie mix van informeren, inspireren en beleven. Namens het Ontwikkelaarsgilde verzorgden Annemarie en Léon voor een groep van zo'n 30 personen de workshop 'Werken met bezieling tijdens turbulente tijden'.

Een inspirerende workshop, zegt Annemarie. "Het zijn turbulente tijden: crisis, ontslagen, bezuinigingen. Mensen maken veel mee. Belangrijk om geluk niet te laten afhangen van de omstandigheden, maar om in jezelf te zoeken naar je bezieling en talenten. Uit onderzoek blijkt dat slechts 15% van de mensen echt 'bevlogen' is: mensen die met bezieling en plezier werken, hun talenten goed gebruiken, maar ook goed voor zichzelf zorgen en tijdig op zoek gaan naar verandering. Zij zijn het meest gelukkig en gezond, en voor organisaties betekent het hogere prestaties, productiviteit en klanttevredenheid."

Aan de hand van presentaties, filmpjes, dialoog en oefeningen gingen ondernemers, managers en coaches op zoek naar de bezieling in zichzelf. En naar hun talenten. "We merkten dat het mensen met elkaar verbond. 'Hier gaat het écht om' - dat was de sfeer die ontstond. Zo gaaf. Mensen waren in de loop der jaren hun bezieling kwijtgeraakt. Of hadden er niet eerder bij stilgestaan. Vroegen zich hardop af: 'Waarom doe ik wat ik doe?'. Dat is een goed begin. Ook waren er managers die handvatten zochten om hun medewerkers te stimuleren op het gebied van bevlogenheid. Daartoe hebben we in werkvormen de stap gemaakt naar de rol als werkgever en als leidinggevende. Wat kun je doen in teams en wat is nodig in organisaties om de bevlogenheid van medewerkers te stimuleren?"

Anders dénken, nu nog anders dóen...
Een wake-up call is een mooi begin, maar niet voldoende om echt gedrag van mensen te veranderen. "De deelnemers waren enthousiast, hun bezieling was wakker gemaakt. Na afloop was een wand bezaaid met kaartjes met krachtige statements. Maar de volgende dag worden mensen weer opgeslokt door de waan van de dag. Het is dan ook belangrijk om die bezieling warm te houden, er echt iets mee te doen."

Het Ontwikkelaarsgilde is de ideale partner om ook het vervolgtraject vorm te geven en denkt graag met organisaties mee.

"Het Taalhuis? Mijn kans op werk!"

WIJK BIJ DUURSTEDE - Mensen die de Nederlandse taal beter willen leren lezen, schrijven en speken, worden in Wijk bij Duurstede gratis geholpen door het Wijkse Taalhuis, een initiatief dat nu een halfjaar draait. Wethouder Wil Kosterman is, net als de deelnemers, taalcoaches en taaltrainers, enthousiast: "Kennis van de taal is belangrijk om echt te kunnen meedoen in de samenleving!"

Azadam Ibrayina (45) verruilt vier jaar geleden haar geboorteland China voor ons  kikkerlandje. In recordtempo slaagt ze voor haar inburgeringsexamen, maar om in aanmerking te komen voor (vrijwilligers)werk, is het noodzakelijk dat ze het Nederlands beter beheerst. "In China ben ik opgeleid tot verpleegkundige, maar ik spreek de Nederlandse taal nog niet goed genoeg om hier in zo'n functie aan de slag te kunnen. Ik zou zo graag willen studeren, werken of vrijwilligerswerk doen. Nu zit ik noodgedwongen thuis."

Ze is gemotiveerd en zet alles op alles om de taal te leren. Met haar dochters, die op een Nederlandse school zitten, spreekt ze thuis uitsluitend Nederlands, en ze gaat bewust elke dag boodschappen doen, om op die manier zo veel mogelijk met andere mensen te kunnen praten. Ook kijkt ze dagelijks naar het nieuws op de tv en leest ze met haar dochters Nederlandstalige boekjes.

In april maakt ze kennis met het Taalhuis en sindsdien volgt ze wekelijks met veel enthousiasme de groepslessen én de individuele lessen, waarbij ze wordt gekoppeld aan taalcoach Sylvia Molenaar (63). "Geweldig. Vooral de grammatica is nog moeilijk voor mij. Mijn taalcoach helpt mij goed. Praten, lezen, schrijven, we oefenen samen alles. En vaak gaan we na afloop ergens gezellig samen koffie drinken."

Voldoening
Taalcoach Sylvia doet het vrijwilligerswerk graag. Het geeft haar voldoening, vertelt ze. "Nadat ik, iets eerder dan verwacht, met pensioen ging, wilde ik weer een doel hebben en besloot vrijwilligerswerk te gaan doen. Taal heb ik altijd ontzettend leuk gevonden. Elke keer opnieuw ga ik met veel plezier naar deze lessen toe. Met name door het enthousiasme van Azadam, een heel gemotiveerde en trouwe leerling, word ik bijzonder gestimuleerd. Ik heb er lol in en het geeft veel voldoening. Bovendien leer ik nieuwe mensen en nieuwe culturen kennen."

Veel van de taalcoaches en taaltrainers komen oorspronkelijk uit het onderwijs. Zo ook Janny Rood, die kan buigen op 43 jaar onderwijservaring en vanaf het begin van het project bij het Taalhuis betrokken is. "Een leuk initiatief", vertelt ze. "Mooi om, samen met anderen, het Taalhuis op te zetten, vorm te geven, te ontwikkelen. En nu natuurlijk daadwerkelijk weer les te geven. Alle - inmiddels zestien - trainers en coaches zijn door de Stichting Lezen en Schrijven opgeleid tot NT2-docent. En we kunnen gebruikmaken van goed cursusmateriaal. Mooi om nu al te zien dat de deelnemers meer zelfvertrouwen krijgen."

Laaggeletterden
Bestaat de groep cursisten nu nog uit anderstaligen, het is ook nadrukkelijk de bedoeling 'autochtone' laaggeletterden binnen te krijgen. Coördinator Suzanne Vrolijk: "Ook deze groep willen we graag bereiken. Hier zal de nadruk vooral liggen op lezen en schrijven. Het is een verborgen groep mensen, die we graag willen helpen."

Het Taalhuis wordt gefinancierd door de stichting Lezen en Schrijven en de gemeente Wijk bij Duurstede.

Tekst en foto's: Marijke Dekker

Eigen risico?

Onze zoon heeft diabetes type I. Een auto-immuunziekte waarbij de alvleesklier plotseling stopt met het aanmaken van insuline, omdat het afweersysteem per ongeluk cellen die insuline aanmaken, heeft vernield. De oorzaak is nog altijd onbekend, genezing niet mogelijk. Gelukkig gaan we er tegenwoordig niet meer dood aan, en is er 'kunstinsuline' die ingespoten kan worden.

Vanaf zijn 16e, toen de diagnose werd gesteld, moet hij elke dag opnieuw vier keer zelf bloed prikken, zijn bloedglucosewaarde meten en insuline inspuiten. Drie keer in zijn bovenbeen, één keer in zijn buik. Nooit kan hij zomaar de deur uitlopen: hij moet op alles voorbereid zijn, en dus moeten er spuiten en insuline, maar ook dextro en andere 'snelle suikers' mee om een hypo op te vangen. Een niet tijdig opgemerkte of behandelde hypo leidt tot beroerd voelen, uitbrekend zweet, trillende handen en kan tot bewusteloosheid leiden. Op termijn is er aanzienlijke kans op complicaties: slecht zien, slecht functionerende nieren, slechte bloedsomloop, meer kans op ontstekingen, op diabetesvoeten, op amputatie...

Gelukkig is het een kanjer en denkt hij vooral in mogelijkheden. Sterker nog: hij studeert nu aan de universiteiten van Leiden en Delft Life Sciences and Technology. Met als achterliggende droom om ooit als onderzoeker het medicijn te ontdekken die deze nare ziekte kan voorkomen of genezen!

Tot die tijd heeft hij insuline nodig. De rest van zijn leven. Hoewel dit al niet echt leuk is, laten we hem als samenleving ook nog flink betalen. Naaldjes, pennen en insuline zijn schrikbarend duur en bovendien betaalt hij ook nog eens 6,40 euro per opgehaalde dosis voor 'terhandstellingskosten voor vervolguitgifte' van de apotheek. Wat de apotheek nu precies doet voor dit laatste bedrag is mij overigens nog steeds een raadsel.

Ja, al deze kosten vallen onder de zorgverzekering, maar die gaat natuurlijk pas vergoeden als hij zijn eigen risico heeft opgebruikt, dat hij dankzij zijn ziekte elk jaar met gemak overschrijdt. Dat betekent dat hij elk jaar opnieuw naast zijn zorgpremie een kostenpost van 375 euro heeft. Als student.

Eigen risico veronderstelt naar mijn gevoel dat je een keuze hebt, dat je bewust een risico neemt, riskant of ongezond leeft. De oorzaak van diabetes I is nog altijd onbekend. Hoezo: eigen risico? Mensen met diabetes I en tal van andere ziekten hebben er niet om gevraagd. Hebben niet allerlei risico's genomen en ongezond geleefd. Het is gewoon botte pech. En dure pech!

Hebben chronisch zieken en gehandicapten het op deze manier niet dubbel zwaar? Is dit wel solidair? Of is het 'eigen risico' gewoon 'botte pech'?

Marijke

Seats4silence:

Flexwerken in de stilte van de natuur

REGIO - Inspiratie voor een project opdoen terwijl de geuren van de natuur in je neus kriebelen. Midden in een boomgaard een coachinggesprek voeren. Of een boek schrijven met uitzicht op het kabbelende water van de rivier. Seats4silence biedt flexwerkers de mogelijkheid om een werkplek op het platteland te gebruiken. In ruil voor 'sociaal kapitaal', zoals het delen van kennis. Winst? Een inspirerende werkplek en onverwachte ontmoetingen.

Rust en ruimte
Werken op een rustige plek, middenin de natuur, kan ideaal zijn voor zzp'-ers en andere flexwerkers, zegt initiatiefneemster Eline van de Veen. "Een andere plek dan je eigen werkplek is heel inspirerend. Een andere omgeving, een ander uitzicht. Bovendien kun je in stilte werken, zonder gestoord te worden. Vooral voor creatieve processen en reflectie is dit een ideale werkomgeving. Voor actief werk is een actieve flow prettig, maar om nieuwe dingen te bedenken, is het belangrijk om te ontspannen, geen druk te ervaren, zaken in een ander perspectief te zien, 'out of the box' te denken. Rust en ruimte, ook in je hoofd."

Zintuigen geprikkeld
Voor het schrijven van haar recent uitgekomen boek 'Ondernemend Buitenleven' maakte Eline zelf ook gebruik van een 'buitenstoel'. "Ideaal. Omdat in de buitenlucht de zintuigen anders worden geprikkeld, kon ik mij langer concentreren. Door de wisselingen in temperatuur, wind, licht en geur was mijn hoofd, ja eigenlijk mijn hele lichaam meer wakker."

Hoewel veel bewoners van de Kromme Rijnstreek een eigen tuin hebben, kan een 'buitenstoel' toch een meerwaarde bieden, zegt Eline. "Alleen al het uitzicht en een andere omgeving kunnen inspirerend en verfrissend werken. En het is natuurlijk heerlijk om even ongestoord en zonder afleidingen te kunnen werken. Als je op een 'buitenstoel' werkt, kun je niet even gaan stofzuigen."

Sociaal kapitaal
Een gratis werkplek op een mooie, rustige plek in de natuur. Vaak zelfs mèt een kopje koffie of thee. Dat klinkt aanlokkelijk en dat is het ook. Als tegenprestatie wordt van de gebruiker verwacht dat hij of zij ervoor openstaat om kennis te delen. Sociaal kapitaal, noemt Eline dat. "Het kan gaan om informatie uitwisselen, elkaar inspireren, of de locatiehouder helpen met een klusje of groenbeheer. Soms is het heel concreet: zo gebruikte een architect laatst een 'buitenstoel' en kon als dank de gastvrouw adviseren over het ontwerp van haar nieuwe keukenblok. Maar ook het delen van ervaring op de sociale media kan welkome promotie voor de locatiehouders zijn, zeker als ze naast deze voorziening ook bijvoorbeeld een bed & breakfast of theetuin runnen."

Er kunnen ook onverwachte ontmoetingen ontstaan. Ontmoetingen die zelfs kunnen leiden tot samenwerking. "Het is de toekomst: een deeleconomie waarbij zzp'-ers op allerlei manieren samenwerken en kennis delen, los van locatie."

Het project is als experiment in de Kromme Rijnstreek gestart, waar inmiddels zeven aanbieders flexplekken aanbieden. Binnenkort wordt Seats4silence landelijk verder uitgerold. Waarschijnlijk wordt het in de toekomst ook mogelijk om grotere vergaderruimtes in de buitenlucht tegen betaling te huren.

Kijk voor meer informatie op www.seats4silence.com.

Tekst: Marijke Dekker

Githa Schoenmaker:

"Lekkerder in m'n vel dankzij orthomoleculair dieet"

ODIJK - Natuurlijk is de geur van versgebakken broodjes weleens verleidelijk, maar Githa Schoenmaker (53) weet dat ze beter alleen van de geur kan genieten. De MS-patiënte volgt sinds twee maanden een orthomoleculair dieet, aangevuld met supplementen, zoals vitaminen en mineralen, en is enthousiast over het merkbare verschil: "Ik heb veel meer energie, ben mobieler en zit gewoon lekkerder in mijn vel!"

Githa krijgt in maart 2014 te horen dat zij Multiple Sclerose heeft, een chronische, ongeneeslijke ziekte. Hoewel de diagnose hard aankomt, gaat ze zo positief mogelijk met haar ziekte om: "Het is een onvoorspelbare, nare ziekte, maar ik maak er maar het beste van. In mogelijkheden denken, niet in beperkingen. Autorijden gaat niet meer, maar ik ben blij met de scootmobiel die ik nu heb aangeschaft."

In aanvulling op haar medicijnen én omdat een kennis van haar een 'lekkende darm' vermoedt, die mogelijk invloed zou kunnen hebben op een auto immuunziekte als MS, besluit ze naar een diëtist te stappen.  "Omdat de kennis een nogal heftig dieet adviseerde, had ik behoefte aan een diëtist, om te voorkomen dat ik voedingsstoffen zou gaan missen."

Maatwerk
"Een goed voedingsadvies betekent maatwerk", vertelt haar behandelend orthomoleculair diëtist Hanneke Achterberg, samen met Cleo van Raalte - eveneens orthomoleculair diëtist - eigenaar van de Bunnikse praktijk OerBalans. "Ieder mens is uniek, iedere klacht is anders. Het is dan ook niet verstandig om op eigen houtje bijvoorbeeld een populair dieet te volgen of zomaar voedingsmiddelen te schrappen. Er kunnen bepaalde tekorten ontstaan, waardoor je uiteindelijk juist ongezonder wordt. Wij kijken naar het hele plaatje: lichaam, hormoonhuishouding, psyche, stress. Een verstoring van de balans kan leiden tot klachten en ziekte. Op zoek naar de oorzaak, wandelen we vanuit de klacht als het ware terug in de tijd. Niet de symptomen, maar de onderliggende oorzaken zijn immers leidend voor de adviezen."

Er is een duidelijke relatie tussen voeding en gezondheid, zegt Hanneke. "Voeding levert energie. Die energie kan het lichaam niet alleen uit koolhydraten (suikers), maar ook uit vet en eiwitten halen. Omdat mensen veel suikers eten, is hun vermogen om energie uit vet te halen, veelal verloren gegaan. En door toevoeging van suiker aan veel producten, ervaren mensen een eigenlijk onverzadigbare behoefte aan suikers. Suiker was een manier om te overleven, maar vormt door overdaad nu een bedreiging."

Voedingsstoffen kunnen schadelijk zijn, of juist heilzaam. "Er zijn mensen die overgevoelig zijn voor bijvoorbeeld tarwe(gluten) en zuivel, en door de 'overprikkeling' chronische ziektes ontwikkelen. Bepaalde voedingsstoffen kunnen het lichaam ook juist helpen zichzelf te genezen. Vette vis bevat bijvoorbeeld Omega-3-vetzuren, die ontstekingsremmend werken."

Ontlasting
Eerste stap is vaak herstel van de darmfunctie. Ook het slaappatroon wordt onder de loep genomen. "Pas als de stoelgang weer op orde is, en de cliënt een goede nachtrust heeft, kan het lichaam optimaal energie halen uit de voeding."

Voeding staat centraal in de adviezen.  "Dat is de basis. Aanvullend geven we lifestyleadviezen en supplementen, zoals vitamines, mineralen, sporenelementen, aminozuren, essentiële vetzuren en kruiden. Best ingewikkeld. Daarom is het ook goed om je door een deskundige te laten adviseren."

Veel cliënten bereiken Hanneke en Cleo via verwijzing van de huisarts, die hen ziet als 'diëtisten met een plus' met goede resultaten. "In overleg met de cliënt geven wij aanvullend orthomoleculaire/PNI adviezen. Zo leggen wij bijvoorbeeld uit wat stress in het lichaam doet, en begeleiden we de cliënt naar een betere balans zodat klachten verminderen."

Effect
Terug naar Githa. Zij heeft veel baat bij haar dieet - geen zuivel, gluten, granen, bonen, suiker en vruchten van de nachtschade, zoals aardappels en tomaten; wel vlees, ei, vis, vruchten noten, honing en groenten - en supplementen zoals vitamines, zink, calcium en kalium. "Een wereld van verschil. Al merkbaar na een paar dagen. Mijn stoelgang is aanzienlijk verbeterd, ik heb veel meer energie, geen after dinner dip of vreet-kicks meer, minder snel moe. Enige tijd geleden had ik ook in huis echt een rollator nodig; na een paar weken dieet realiseerde ik mij dat ik de rollator alleen nog buiten gebruik!"

Verleidingen
Is het dan nooit moeilijk om het dieet vol te houden, al die verleidingen te weerstaan? "Een enkele keer", erkent Githa. "Als ik zo'n heerlijke banketstaaf zie of verse broodjes ruik. Om het te kunnen volhouden, 'mag' ik een 80/20 regel hanteren: 80% dieet, 20% 'zondigen'. Alleen al die wetenschap maakt het makkelijker voor mij. In de praktijk zit ik op 95/5. Belangrijk daarbij is dat mijn man en zelfs mijn moeder ook meedoen met het dieet. Om mij te steunen, en om zelf gezond te blijven. Dat is enorm stimulerend. Bovendien zijn er veel lekkere recepten te vinden én ontwikkel ik inmiddels, als enthousiaste thuiskok, ook mijn eigen recepten. Maar wat mij uiteindelijk vooral motiveert is de wetenschap dat als ik mij aan het dieet houd, ik mij zo goed voel. Jammer van de broodjes, maar er staat zoveel tegenover!"

Bijschrift foto:

Orthomoleculair diëtist Hanneke Achterberg.

Tekst en foto: Marijke Dekker

Notaris mr. Minke Stigter over het opstellen van een levenstestament:

"De regie houden? Regel het tijdig!"

HOUTEN - Mensen die na een ernstig ongeval of bij dementie de regie over hun leven willen houden, kunnen een levenstestament laten opstellen. Hiermee worden in één klap allerlei zaken goed en duidelijk geregeld, en kan veel ellende worden voorkomen. Het is raadzaam om niet te lang te wachten met het opstellen van een levenstestament, zegt notaris mr. Minke Stigter. "Vaak zijn mensen eigenlijk te laat. Het is goed om dergelijke zaken te regelen als je bij je volle verstand bent."

Hoewel het woord verwarrend kan zijn, heeft een levenstestament niets te maken met een gewoon testament. In een testament wordt vastgelegd wat er na uw overlijden met uw nalatenschap moet gebeuren, terwijl een levenstestament bepaalt welke zaken er tíjdens uw leven moeten worden geregeld als u daartoe niet meer in staat bent.  Een 'uitgebreide notariële volmacht', noemt notaris Stigter het dan ook liever. "Het bestaat al járen, alleen kan er nu meer geregeld worden."

In een levenstestament geeft u een volmacht aan iemand die u vertrouwt, en kunt u persoonlijke wensen laten opnemen. Stigter: "Wie mag uw belangen behartigen als u daartoe (tijdelijk) niet meer in staat bent? Welke taken en bevoegdheden krijgt deze persoon? Welke wensen zijn er ten aanzien van medische zorg? Wat moet er met de huisdieren en de inboedel gebeuren? Wie krijgt toegang tot uw bankrekening? En de effectenportefeuille? Wat moet er gebeuren met uw woning als u daar niet meer kunt wonen? Kortom, alle zaken die mensen geregeld willen hebben, in één akte."

Wilsonbekwaam en geen levenstestament. Wat nu?

Bovendien kan worden vastgelegd wie tot bewindvoerder wordt benoemd, indien u onverhoopt wilsonbekwaam wordt. Is dit niet geregeld, dan zal een kantonrechter op dat moment bepalen wie uw bewindvoerder wordt. Stigter: "Een rechter zal mogelijk kiezen voor een professional, terwijl u misschien eigenlijk die aardige achterneef op het oog had, die nog regelmatig langskomt en weet dat u zo opbloeit van een dagje Efteling."

Regel het bijtijds

Notaris Stiger adviseert niet te lang te wachten met het opstellen van een levenstestament. "Het is belangrijk dat mensen alles nog kunnen overzien en zich goed realiseren welke beslissingen er worden genomen. Echtparen hebben ook vaak het idee dat de partner in geval van nood automatisch alle bevoegdheden heeft. Zolang het om en/of-bankrekeningen gaat, is er niets aan de hand, maar als er nog een rekening op je eigen naam staat, heb je een probleem."

Misbruik

Natuurlijk kiest u in het levenstestament iemand die u volledig vertrouwt. Maar hoe kun je voorkomen dat er toch misbruik van wordt gemaakt? Dat er bijvoorbeeld schenkingen worden gedaan die u niet wilt? U kunt er dan voor kiezen om het levenstestament pas te laten ingaan nadat een arts een medische verklaring heeft afgegeven over uw wilsonbekwaamheid. Ook kunt u kiezen voor meer gevolmachtigden, die verantwoording aan elkaar moeten afleggen. Toch hebben deze oplossingen ook een keerzijde, zegt de notaris. "Welke arts is bereid een dergelijke medische verklaring af te geven? En hoe duurzaam is die situatie? Bent u over een jaar wel weer in staat om te handelen? Een lastige zaak. En bij meer gevolmachtigden moeten zij ook allen tekenen bij de overdracht van het huis of op andere belangrijke momenten. Dat is niet altijd even praktisch. Samen met de notaris zijn er echter goede oplossingen te bedenken."

Groei

Steeds meer ouderen laten een levenstestament opstellen, en registreren bij het Centraal Levenstestamentenregister. Met een kleine 10.000 geregistreerde nieuwe levenstestamenten in 2014, kwam de landelijke teller eind vorig jaar op een totaal van 44.500. In het tweede kwartaal van 2014 was er zelfs sprake van een groei van 90% ten opzichte van dezelfde periode in 2013. "Dit is ook te danken aan publiekscampagnes en goede voorlichting door notarissen, artsen en banken. Het is in ieders belang dat zaken goed geregeld zijn. Eigenlijk zou iedereen het moeten doen."

Tekst en foto: Marijke Dekker

'Gewone helden' maken wereld een beetje mooier

REGIO - Dit jaar vraagt 3FM met Serious Request aandacht voor vrouwen en meisjes die in conflictgebieden slachtoffer worden van seksueel geweld. De DJ’s in het Glazen Huis willen de vrouwen een stem geven en geld inzamelen voor het Rode Kruis, zodat slachtoffers opgevangen worden en een leven kunnen opbouwen. Ook in de Kromme Rijnstreek zijn er tal van initiatieven om de wereld een beetje mooier te maken.

Neem Eetcafé de Bank en Co in Bunnik. Onder de naam 'Heel Bunnik Bankt' organiseren de eigenaren voor het derde jaar samen met vertegenwoordigers uit de hele regio activiteiten om geld in te zamelen voor de actie van 3FM.  Drie vrijwilligers, die alle activiteiten begeleiden, worden in het weekend voor Kerst zelfs opgesloten in de Bunnikse versie van het glazen huis. Het is meer dan geld ophalen; het is een beleving, zeggen de eigenaren zelf. "Onze gasten zijn er door allerlei activiteiten echt mee bezig. Mooi om iets goeds te doen voor zo'n goed doel."

Fulltime mensenrechtenactivist
Ook mensenrechtenactivist Antonie Fountain, die onlangs Amsterdam verruilde voor Tull en 't Waal, juicht de actie van 3FM toe. "Zo'n campagne is broodnodig. De combinatie van wekenlange massale aandacht voor een specifiek, en vaak onbekend, probleem en veel geld ophalen, opent bij veel mensen de ogen. Zoals nu, voor meisjes en vrouwen die slachtoffer worden van seksueel geweld. Verschrikkelijk. In conflictgebieden wordt seksueel geweld als wapen ingezet - een strategie van alle tijden. Het tast de kern van een persoon aan en veroorzaakt trauma's, met vaak gevolgen voor de rest van het leven. Deze vrouwen hebben hulp nodig. Al wordt er met deze actie één vrouw geholpen, dan is het de moeite meer dan waard!"

Jaren geleden raakte hij bij toeval betrokken bij de eerste editie van Serious Request. Samen met zijn band trad hij op bij Radio 3, toen hij van de actie hoorde. "We hebben direct bij mijn toenmalige werkgever aangeklopt, en het callcenter van het bedrijf heeft jarenlang veel geld voor de goede doelen van Serious Request binnengehengeld."

Wereldverbeteraar
Toch gaat hij - inmiddels als freelance bevlogen wereldverbeteraar - zelf anders te werk om de wereld een beetje mooier te maken. Hij kiest bewust voor de weg van lobbyen, netwerken, bezield praten, artikelen publiceren, radio- en tv-interviews geven. "Daar ligt mijn kracht. Ik wil vanuit mijn passie werken. Campagne voeren is voor mij minder interessant; mijn kracht ligt in het praten met mensen die beslissingen nemen, die erover gaan. Praten, de dialoog aangaan. Kopje koffie erbij. Met argumenten proberen iemands mening te veranderen."

Deze gerichte manier van netwerken, praten en overtuigen heeft effect, zegt Antonie, die zich onder meer inzet tegen mensenhandel. "Het kost tijd, maar er gebeuren mooie dingen. Zo onderschrijven nu alle cacaobedrijven dat duurzaamheid belangrijk is en verkoopt Verkade 100% eerlijke chocola. Met oog voor arbeidsomstandigheden en milieu. De prijs die de boeren voor hun cacao krijgen, is beter, hoewel nog echt te laag. Dat zijn zeker stappen voorwaarts. Ik mag daaraan mijn steentje bijdragen. Campagnes zijn heel nuttig en werken ondersteunend; anders krijg ik geen poot aan de grond. De kracht van het argument is vaak niet voldoende. Maar ik heb wel veel contacten en zit aan tafel, roep de mensen aan het roer ter verantwoording."

Gewone helden
Ook u kunt de wereld een beetje beter maken. Met kleine of grotere stappen. Antonie, die, geïnspireerd door een reep slaafvrije Tony Chocolonely, zijn baan opzegde, met zijn gezin in een woongroep ging wonen, duurzaam en bewust leeft, en nu vanuit een caravan in de tuin fulltime wereldverbeteraar is, is een inspirerend voorbeeld.

Praat met je buurman
Zo rigoureus hoeft het niet. Ook op kleine schaal kunnen we iets doen aan seksueel geweld en mensenhandel zoals gedwongen prostitutie, loverboys en uitbuiting van arbeidskrachten, zaken die ook 'in onze achtertuin' voorkomen. Antonie: "Mensenhandel gebeurt in een lokale gemeenschap. Als je denkt 'laat politie en justitie het maar oplossen', ontneem je de kracht van de samenleving. Praat gewoon eens met je buurman, informeer vanuit interesse naar bijvoorbeeld de salarissen van de seizoensarbeiders. Signaleer misstanden en praat erover."

"Ook als consument en werknemer kun je veel doen. Wat koop je eigenlijk? Draagt het bij tot een betere wereld? Als daarover niets op de verpakking staat, is het meestal niet goed voor elkaar. Grondstoffen raken uitgeput, de wereld gaat echt naar de knoppen. Heb je die tweede auto wel nodig? Wat voor koffie wordt er op het bedrijf geschonken? Ga daarover in gesprek. Of organiseer een chocoladefeestje en maak mensen om je heen bewust van het verschil dat zij kunnen maken. Je hoeft echt niet iets extreems te doen om op een positieve manier bij te dragen aan onze wereld. Die verandering is nodig, en is mogelijk. Als we tijdig onze lifestyle aanpassen, is er hoop!"

Bijschrift:Fulltime wereldverbeteraar Antonie Fountain.

Tekst en foto: Marijke Dekker

Monique Prinsen is helemaal ‘om’ na lezen boek ‘De Voedselzandloper’

Minder suiker, meer energie!

Gezond en energiek oud worden, willen we allemaal. Maar hebben we dat zelf in de hand? En hoe dan? Velen denken het antwoord te hebben gevonden in het boek ‘De Voedselzandloper’, waarin wordt betoogd dat we terug moeten naar het voedingspatroon van de oermens. Monique Prinsen (54) probeerde de nieuwe leefwijze twee maanden uit.

Voor Monique – getrouwd, moeder, oma, dochter en fulltime baan - betekent het boek ‘De Voedselzandloper’ een eyeopener: “Ik leefde altijd al wel gezond, maar ik schrok toen ik las hoeveel schade suiker in het lichaam kan aanrichten. Het eten van suiker kan vroeg of laat nare chronische ziektes veroorzaken. Ik wil die ziektes niet!”

Alles valt op zijn plek: “Mijn ouders kregen aan het eind van hun leven te maken met Alzheimer, acute leukemie en Macula Degeneratie. Vreselijk. Vermoedelijk heeft hun voedingspatroon hierop invloed gehad. Plots zag ik overduidelijk het verband.”

Het boek is gebaseerd op het idee dat het gezonder is om te leven volgens het voedingspatroon van de mens ten tijde van de jagers en verzamelaars. Ons lichaam zou gebouwd zijn op de voedingsmiddelen die de mens destijds at. Geen melk, aardappelen, brood, rijst en pasta, laat stáán kunstmatige suikers; wel groenten, fruit, zaden, pitten, noten. En af en toe een stukje vlees.

Veel meer energie!
Monique besluit de gepropageerde leefwijze te testen. Nu, ruim twee maanden later, is ze enthousiast. “Ik voel mij zo goed en heb veel meer energie! Echt heel bijzonder. Van nature had ik al veel energie, maar de laatste jaren voelde ik mij toch vaker moe, had regelmatig een dip. ’s Avonds hing ik soms op de bank. Dat past niet bij mij. Ik heb nu niet alleen meer energie; de energie is ook veel gelijkmatiger over de dag verdeeld. ‘After dinner dips’ horen nu tot het verleden. Verder ben ik een paar kilo afgevallen (wat niet nodig was, maar ermee samenhangt) en voel ik mij stralend. Ik ben ervan overtuigd dat mijn huidige leefwijze invloed heeft op de kwaliteit van leven, nu en in de toekomst.”

Bovendien geeft het verbannen van suiker een gevoel van kracht, zegt Monique. “Het geeft een goed gevoel om te merken dat je zoveel kracht in je hebt om dit te kunnen, om ‘nee’ te zeggen tegen suiker. Dat is echt een bijkomend positief effect.”

Nadelen?
Zijn er dan helemaal geen nadelen? “Niet veel,” zegt Monique, “Alleen kosten boodschappen doen en kokkerellen iets meer tijd, vooral in het begin. Ik krijg veel meer vitamines, mineralen en andere goede voedingsstoffen binnen dan voorheen. In fruit zit genoeg vruchtensuiker, nodig voor de energie, en in diverse groenten en in melkproducten op sojabasis zit veel calcium.”

Opoffering?
Een leven zonder suiker is voor Monique geen opoffering. “Echt, ik mis het niet! De eerste week was het even lastig, maar ik heb het, ook op mijn werk, direct duidelijk geventileerd. Dat helpt. Ik kan met gemak van de droppot en traktaties afblijven. Geen enkel probleem. Ik trakteer me soms op een zelfgemaakte energiereep, gemaakt van dadels, rozijnen, gojibessen, sesamzaad, maanzaad, zonnebloempitten, e.d. Of op echt pure chocolade. Heerlijk!”

Lekkerste gerechten
Thuis maakt ze de lekkerste gerechten. Op het menu staat meestal havermout ‘met van alles erdoorheen’ als – stevig – ontbijt, een omeletje met groenten, hartige taart of salade als lunch (‘die maak ik de avond ervoor al klaar om mee te nemen naar mijn werk’), en bijvoorbeeld spaghetti of lasagne van courgette als diner. Als snacks zijn er havermoutkoekjes, rauwkost of fruit. Zelfs een rood wijntje ‘mag’.

“De wetenschap dat ik mijn lichaam niet blootstel aan schadelijke suikers, maakt mij blij. Als ik bedenk dat kanker zich vooral voedt op suiker in het lichaam… dat wil ik niet. En ik voel mij zo energiek! Als ik na een drukke werkdag en het bereiden van een maaltijd enthousiast de tuin inga om het gras te maaien, vraagt mijn man weleens: ‘Waar haal je die energie vandaan?!’ Maar haha, hij weet het antwoord!”

Bijschrift: Monique Prinsen met haar zelfgemaakte, gezonde worteltaart

Foto: Rob Prinsen
Tekst: Marijke Dekker

Uitspringend citaat:
Mijn man vraagt af en toe: ‘Waar haal je de energie vandaan?!’

Avontuurlijk gezin jaar lang op wereldreis

“De wereld is onze leraar!”

WERKHOVEN – Met het hele gezin een jaar lang over de wereld reizen. Helen van Echteld en Arthur Blom realiseerden hun droom, en reizen nu met hun vier kinderen Nick (15), Maegen (13), Emma (11) en Art (9) over alle continenten. Een aaneenschakeling van adembenemende landen, indrukwekkende culturen, fantastische avonturen, en bijzondere ontmoetingen. Het gezin maakt momenteel een tussenstop bij opa en oma Anton en Wil van Echtelt in Werkhoven.

Het gezin, dat in 1996 vanuit Nederland naar Nieuw-Zeeland emigreerde, begint in augustus 2013 aan een nieuw avontuur: ze dragen hun boerderij over, halen de kinderen van school en beginnen aan een wereldreis die een jaar in beslag zal nemen. Helen: “We willen graag meer van de wereld zien, en nieuwe ervaringen opdoen. Ook wilden we de kinderen laten zien dat de wereld groter is dan Nederland en Nieuw-Zeeland. Belangrijk om een goed perspectief te krijgen.”

De kinderen zijn niet allemaal direct enthousiast voor het avontuurlijke plan. Zoals Emma, die aanvankelijk niet mee wil. “Iedereen zei dat we zoveel geluk hadden, en dat het zo fantastisch was om op wereldreis te gaan. Maar ik wilde niet een heel jaar weg van iedereen. Ik zou mijn familie en vrienden gaan missen.” Inmiddels is ze, net als de rest van het gezin, enthousiast: “Ik wil nog een keer!” En het gemis valt, dankzij Skype en Facebook, gelukkig mee.

School
In Nederland is het ondenkbaar dat kinderen zomaar een jaar op wereldreis mogen; in Nieuw-Zeeland bleek het ‘a piece of cake’, vertelt Helen. “Van het ministerie van onderwijs kreeg ik te horen dat het, zodra we de grens over zouden gaan, ons eigen verantwoordelijkheid is. We houden zelf bij of de kinderen genoeg huiswerk maken.”

De kinderen hebben van hun leraren wel wat huiswerk voor Engels en wiskunde meegekregen; en Nick ook voor natuurkunde. Emma: “Voor Engels houd ik een dagboek bij. Ook sturen we brieven en kaarten, en lezen boeken. En op de achterbank maken we sommen. We zijn zo’n drie uur per week met huiswerk bezig.”

Toch leren de kinderen meer dan ze normaal op school zouden leren, zegt Helen. “Ze leren onderweg zo veel. Zien allerlei culturen, horen talen, ervaren corruptie en allerlei politieke systemen. Daar kan geen school tegenop. Zo vonden ze de terracotta soldaten en de Chinese Muur indrukwekkend. Dan willen ze er zelf ook meer over weten. Ze luisteren naar de gids en lezen erover. En Nick had op school over Cambodja en de Rode Khmerleider Pol Pot gehoord, maar toen hij er was, begreep hij het pas echt. De wereld is hun leraar!”

Het gezin is inmiddels halverwege en heeft al een groot deel van de wereld gezien. China, Laos, Vietnam, Thailand, Cambodja, Brazilië, Peru, Canada, Abu Dhabi. Terwijl Art enthousiast foto’s laat zien van alle uithoeken van de wereld, vertellen ze over al hun belevenissen. Over de fietstocht door Vietnam en Cambodja, de armbandjes die ze in een tempel van een monnik kregen, de oorlogstunnels met vleermuizen en de killing fields in Vietnam, het surfen in Brazilië, het ijshockeyen – favoriete sport van Maegen – in Canada, de krottenwijken in Brazilië, en de varkens in bamboemanden achter op brommertjes in Vietnam.

Sprinkhanen
En natuurlijk over de sprinkhanen die Art en Emma hebben gegeten, de cavia (‘lekker!”) die ze in Peru aten, de hele kikkers in Vietnam en Cambodja, en de hoofd en voeten van een kip. De gefrituurde vogelspin en kakkerlak heeft het gezin toch maar overgeslagen…

Ze hebben armoede en rijkdom gezien, gastvrijheid en diefstal, dictators en democratie. En corruptie, vertelt Maegen: “De bus waarin we reden, reed 40 km/uur, terwijl hij 50 km/uur mocht. Toch gaf de politie de chauffeur een forse boete. Toen de chauffeur naar een bon vroeg, als bewijs, kreeg hij te horen dat dit tien dagen zou duren en hij drie maanden zijn rijbewijs kwijt zou zijn… Maar die kon hij ook wel weer terug kopen… Echt niet te geloven!”

Afrika
Binnenkort staan Duitsland, Polen, Kroatië, Italië en Afrika op het programma. Afrika hebben ze bewust als hekkensluiter gekozen: “Waarschijnlijk wordt dat het moeilijkste continent. Inmiddels hebben we veel ervaring en een goed idee hoe we veilig moeten reizen.”

Vooroordelen zijn inmiddels overboord gegooid. Arthur: “Als je van je vooroordelen wilt afkomen, moet je gaan reizen. Van veel landen hebben we nu een heel ander beeld. Bovendien kunnen we als gezin nu zoveel tijd met elkaar doorbrengen. We beleven alles met elkaar. De wereldreis heeft ons nu al meer gebracht dan we hadden verwacht.”

Het gezin verblijft een maand in Nederland. “Het is leuk om hier te zijn, en opa en oma weer te zien!”, vertelt Maegen. “Ik vind het wel heel druk – zoveel mensen op elkaar gepropt. Maar de mensen zijn hier wel gezellig!” Haar moeder vult aan: “En ze zeggen waar het op staat. De mensen in Nieuw-Zeeland zijn ‘too polite to be honest’, in Nederland ‘too honest to be polite’!”

Tekst: Marijke Dekker

Iet Wouda verloor in korte tijd haar man en haar vader

“Het hospice is een geschenk uit de hemel”

WIJK BIJ DUURSTEDE – Mensen die in de laatste fase van hun leven niet meer thuis of in een ziekenhuis kunnen of willen worden verzorgd,kunnen terecht in een hospice. Een plek om in alle rust te verblijven en afscheid te nemen van het leven. Iet Wouda maakte het hospice Duurstede in korte tijd tweemaal van dichtbij mee: ze nam er afscheid van haar man, Ernest Bresser (73), en van haar vader, Auke Wouda (105). 

In de zomer van 2013 wordt Wijk bij Duurstede opgeschrikt door het bericht dat film- en theaterman en, samen met Iet, inspirerend initiator en drijvende kracht achter theater Rondeel Ernest Bresser na een kort ziekbed overleden is. “Het ging allemaal heel snel”, vertelt Iet nu. “Nadat alvleesklierkanker was vastgesteld, heb ik eerst zelf voor hem gezorgd. Later nam Buurtzorg overdag de zorg over. Wat een fantastische mensen. Zo hartverwarmend. Ook de huisarts, Margriet van Maurik, kwam elke dag langs. Echt een supervrouw. Zij heeft ons bijgestaan en zo met ons meegeleefd.”

Tot het Iet te zwaar wordt. Fysiek en psychisch kan ze het niet meer aan. Door slechte ervaringen wil Ernest beslist niet naar een ziekenhuis, maar toevallig staat er een kamer in het Wijkse hospice leeg. “Het was een moeilijke beslissing. Ernest was heel optimistisch en hield de hoop dat hij langer te leven had. Ik heb voorgesteld dat hij tijdelijk in het hospice zou gaan logeren, zodat ik even op adem kon komen. Dat begreep hij. Hoewel ik hem ervan verdenk dat hij wel in de gaten had dat het niet tijdelijk zou zijn.”            

Opluchting
Zijn verblijf in het hospice betekent een enorme opluchting voor Iet. “Ik was zo blij dat hij daar lag. Het is daar zo mooi en gezellig, en de mensen van Vitras en de vrijwilligers zijn echt fantastisch. Ze zorgen dat je je echt thuis voelt. Ze namen mij de zorg uit handen: tilden hem op, brachten hem naar het toilet. Ik kon het loslaten. Ook mij vingen ze op. Even een praatje, even huilen, even lachen. En altijd blijmoedig. Ongelooflijk.”

Fietspad
Lange tijd kookt ze zelf voor Ernest, en fietst dagelijks drie keer heen en weer. “Ik kon dat fietspad niet meer zien! Zeker toen drie maanden later mijn 105-jarige vader ook in het hospice verbleef – zelfs in hetzelfde bed en in dezelfde kamer. En elke dag weer dat fietspad! Gelukkig heeft mijn zus Jeltine in die periode veel overgenomen.”

Soms ook wil ze even liever niet bij Ernest zijn, even niet geconfronteerd worden. Vooral ook omdat beiden moeite hebben over het onvermijdelijke te praten. Maar op zulke momenten weet ze dat hij wel in goede handen is.

Na een maand in het hospice overlijdt Ernest. Het afscheid is bijzonder: alle betrokken  vrijwilligers staan om zijn bed, zijn geëmotioneerd. Een kaars wordt aangestoken, een gedicht voorgelezen. De kinderen ervaren het als prettig, maar Iet heeft het er moeilijk mee: “De betrokkenheid was oprecht, maar voor mij was het te heftig. Het kwam ineens zo dichtbij, zonder erover te kunnen hebben praten. Ik kon het geen plek geven. Het zat bij mij nog te veel van binnen. Het besef was er nog niet. En het werd ineens het afscheid en verdriet van iedereen. Maar begrijp me goed: de warme gevoelens overheersen.”

Zwarte kraaien
De schok is groot als direct daarna twee ‘zwarte kraaien’ binnenstappen. “Helemaal in het zwart gekleed, bleke gezichten in de plooi. Vreselijk.” Gelukkig pakt uitvaartondernemer Paula Meijer het vervolgtraject anders aan. “Heel persoonlijk, heel fijn. Echt een zonnetje in tijden van donkerte!”

Gewone kloffie
Op verzoek van Iet wordt Ernest opgebaard bij hun buren, Aukje Boer en Hans Wijk, die dan op vakantie zijn. “Wat vond ik dat fijn”, blikt Iet terug. “Hans, een dikke vriend van Ernest, zei onmiddellijk: ‘Dit is het mooiste wat ik voor hem kan terugdoen.’ We hebben Ernest zijn oude kloffie aangetrokken, zijn onafscheidelijke bril omgehangen en de Volkskrant onder zijn arm geschoven. Overal waren bloemen. Zo mooi. Een man van de uitvaartonderneming waakte bij hem en ontving de gasten. Natuurlijk in spijkerbroek, informeel, zoals ik het graag wilde. Ik ging regelmatig bij Ernest kijken, maar kon mij ook gewoon thuis terugtrekken.”

Het gemis blijft. Het blijft wennen om in een leeg huis vol herinneringen thuis te komen, weer alleen te zijn. Zonder haar geliefde maatje en inspirator. Ze is sterk, wil de draad oppakken en wil geen ‘zeurpiet’ zijn. Als kunstenares stort ze zich met veel passie op digitale kunst. Maar achter haar stralende lach gaat haar verdriet schuil. Gevoelens die ze pas sinds kort durft toe te laten. Zijn foto naast haar bed geeft haar kracht. “Vaak praat ik even met hem en dan weet ik dat hij bij mij is.”

Toevluchtsoord
Het hospice heeft in deze verdrietige periode een belangrijke rol gespeeld: “Een toevluchtsoord, een steunpilaar. Iedereen daar is zo lief, zo zorgzaam. Omdat het allemaal Wijkse mensen zijn, voelt het ook heel vertrouwd. Nog vaak kom ik iemand tegen die vraagt hoe het nu met mij gaat. Dat doet mij goed. Ja, het hospice is echt een geschenk uit de hemel.”

Tekst: Marijke Dekker

Bijschrift foto:
Filmer Jos Stelling op bezoek bij Ernest, compleet met bril en noodkoordje. “Het was fijn dat iedereen daar, anders dan in een ziekenhuis, zomaar kon komen koffie drinken...!” 

Elektrische fiets maakt groeispurt!

 

HOUTEN - De elektrische fiets maakt een groeispurt, die niet meer te stuiten lijkt. Ruim een kwart van de 65-plussers heeft er inmiddels een, zo blijkt uit het Mobiliteitsbeeld 2014 van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Een ideaal en gezond vervoersmiddel, of een gevaar op de weg?

Elektrische fietsen - ook wel e-bikes genoemd - vormen een steeds groter percentage van het totaal aantal verkochte fietsen. Bij sommige rijwielhandels gaat het inmiddels bij één op de twee fietsen om een e-bike. Zoals bij Bikestore Houten. Harry van Zijl: “In 2014 bestond 50% van onze fietsomzet uit elektrische fietsen. Een jaar eerder was dat nog 30% -  een gigantische stijging. Mensen raken er steeds meer van gecharmeerd."

Voor senioren is de elektrische fiets een uitkomst, zij kunnen op deze manier langer mobiel blijven. Ook kan de e-bike een bijdrage leveren aan de bereikbaarheid en leefbaarheid van steden en dorpen. Overigens verjongt de doelgroep zich in rap tempo, zegt Van Zijl. "Naar mensen van 40 tot 50 jaar, maar ook scholieren.”

Ook al kunnen e-bikes flink hard gaan en kun je bij een val lelijk terechtkomen, het gebruik door ouderen hoeft geen problemen op te leveren, zegt Van Zijl. "Voorwaarde is wel dat gebruikers goed geïnformeerd worden over hoe ze de fiets moeten bedienen en gebruiken. Ik adviseer dat ze in de derde versnelling wegrijden en dan langzaam doorschakelen, net als bij een auto. En vooral ook dat ze in een bocht weer terugschakelen, want daar wordt echt te hard gereden. Mijn indruk is dat daar de ongelukken gebeuren, dat er uitglijers worden gemaakt.” Zeker bij de snellere fietsen is een goede valhelm dan ook geen overbodige luxe.

Van Zijl heeft niet de indruk dat er veel ongelukken met e-bikes gebeuren. “Af en toe komt er iemand met een krom voorwiel – meestal het gevolg van een stoeprand. Er is zeker geen sprake van ernstige ongelukken.”

Uit veiligheidscijfers blijkt inderdaad dat het gebruik van een elektrische fiets niet leidt tot meer ongevallen. Wel ongelukken met het opstappen, omdat de fiets zwaarder is en daardoor lastig te hanteren. Om gebruikers van e-bikes en andere weggebruikers toch beter te beschermen, wordt momenteel overwogen om op fietspaden een maximumsnelheid van 25 km/uur in te stellen.

Omdat mensen vaak door eigen fouten onderuit gaan, kan fietstraining handig zijn. Die worden gegeven door bijvoorbeeld ouderenbonden, VVN en de Fietsersbond.

 

Wijkse N!X Ruilkring wint schoorvoetend aan populariteit

"N!X doen is wèl een optie!"

WIJK BIJ DUURSTEDE - Aan de keukentafel zijn de twee deelnemers aan de N!X Ruilkring het al snel eens: vier kalebassen uit de moestuin ruilen voor vijf N!X-en is een prima deal. De verdiende N!X-en kunnen binnenkort weer worden gebruikt om fotografeertips te krijgen. Diensten aanbieden die je leuk vindt om te doen - lokaal, duurzaam en voor NIX. Dat is het doel van de in juni 2014 opgerichte Wijkse N!X Ruilkring.

Deelnemers ruilen onderling diensten en goederen. Voor N!X. Mensen bieden datgene aan waar ze goed in zijn, waar hun hart ligt, waar ze blij van worden, en anderen maken dankbaar gebruik van hun diensten. De heg snoeien, de hond uitlaten, vervoer naar het ziekenhuis, kleding verstellen, een behangtafel lenen, klokken repareren, de eerste stappen van een Argentijnse tango of veganistisch gevulde speculaas - het is allemaal mogelijk. Met N!X-en als betaalmiddel.

Voormalig hovenier Mathijs Kuiper is lid van de kerngroep en vanaf het eerste uur deelnemer aan de Ruilkring, een initiatief van zijn partner Susanna Butterman en Suleika Bouma. "Het duurzaamheidsverhaal, de ideologie, de sociale inslag en het omzeilen van het huidige economische systeem, het sprak mij direct aan." Inmiddels heeft hij al een paar keer voor een ander de heg kunnen snoeien, of de snoeischaar uitgeleend. "Met de verdiende N!X-en krijg ik binnenkort enkele fotografietips. Allemaal kleine, praktische klusjes die je vanuit je hart doet en waarmee je elkaar gewoon even kunt helpen. Ja, voor N!X."

Geven En Lenen en Delen
Ook Marjan ter Mors is een actieve deelnemer. "Geld staat voor mij niet alleen voor euro's, maar ook voor Geven En Lenen en Delen. Ik heb bepaalde wensen en dromen die geld kosten. Door te lenen, te ruilen of door gebruik te maken van goedkope diensten kan ik geld besparen en eerder mijn dromen verwezenlijken. Mijn heg knippen? Ik heb niet zo'n snoeischaar en kan het niet zelf, en een hovenier inhuren is mij te duur. Dit kan ik nu via de Ruilkring laten doen."

Alle arbeid even duur
Als richtlijn wordt aangehouden dat alle arbeid evenveel waard is: 15 N!X per uur. Mathijs: "Dat is ons uitgangspunt, maar alles is natuurlijk bespreekbaar. Deelnemers maken zelf onderling afspraken over de 'prijs'."

Belasting
Volgens Marjan past de Ruilkring helemaal in deze tijd. "Mensen zijn op zoek naar alternatieve economieën. Dit is een voorbeeld daarvan." De belastingdienst kijkt over de schouders mee. "Zij zien het als een goedbedoeld initiatief. Om verkapt ondernemerschap te voorkomen ligt de grens op 3000 LETS-eenheden per jaar met dezelfde. Dat halen wij beslist niet; het gaat echt om incidentele klusjes."

Afwachtend
Met 39 deelnemers, 18 transacties en 48 advertenties op de site loopt het nog niet echt storm. Mogelijk door te weinig bekendheid of een zekere terughoudendheid om iets 'onbekends' te proberen, zeggen Mathijs en Marjan. "Bekendheid en populariteit zullen zich langzaam, als een olievlek, moeten uitbreiden. Daarbij is vooral ook mond-tot-mond reclame belangrijk."

Rood staan
Ook heeft een flink aantal deelnemers nog geen enkele transactie gedaan. "Misschien vinden mensen het moeilijk om 'rood' te staan. Om een gunst te vragen, terwijl je nog geen N!X-en op je rekening hebt staan. Toch een beetje die calvinistische inslag. Maar je mag gewoon rood staan, en door toch alvast een dienst af te nemen, doe je de aanbieders een plezier en wordt de handel juist levendig."

N!X Café
Elke derde woensdag van de maand wordt er een N!X Café georganiseerd. Daar kunt u vrijblijvend een kijkje nemen, deelnemers ontmoeten of handel drijven. U bent van harte welkom bij het eerstvolgende N!X Café op 15 oktober vanaf 20.00 uur in het E&E Gasthuis.  Kijk voor meer informatie en aanmelden op www.nixruilkring.nl.

Bijschrift foto:
Mathijs Kuiper en Marjan ter Mors ruilen aan de keukentafel producten uit de moestuin tegen N!X-en, het betaalmiddel van de N!X Ruilkring.

Tekst en foto: Marijke Dekker

Moniek Reckman vertelt over indrukwekkende en emotionele reis naar Chili

“Verhalen en beelden kwamen tot leven”

WIJK BIJ DUURSTEDE – Haar koffer staat nog onuitgepakt en ze is al wel ‘geland’, maar nog niet helemaal ‘aanwezig’. Oorzaak is niet alleen een jetlag na een reis van 29 uur vanuit Chili; belangrijkste reden is de grote hoeveelheid indrukken en emoties die nog een plekje moeten vinden. De Wijkse Moniek Reckman, die net op officiële uitnodiging een bezoek aan Chili heeft gebracht, om deel te nemen aan de herdenking van de militaire staatsgreep van 40 jaar geleden, wil toch graag haar verhaal doen. “Het doet zoveel met mij. Ik kan nog niet overzien wat de impact is, maar er zal zeker voor mijzelf iets gaan veranderen.”

Moniek reisde samen met een delegatie van 20 Nederlanders die destijds betrokken waren bij de solidariteit met Chili. De eervolle uitnodiging van ‘het Collectief van Chilenen die in Nederland hebben gewoond’ had te maken met de fantastische manier waarop Moniek en haar vader Piet Reckman na de staatsgreep de Chileense vluchtelingen hebben opgevangen en begeleid.

De groep werd een indrukwekkend programma voorgeschoteld, bestaande uit onder meer een symposium, receptie op de Nederlandse ambassade, ontmoetingen met vakbonden, studenten en politici, en bezoeken aan volkswijken, parlement, presidentieel paleis en diverse plaatsen die met de herinnering en herdenking van de dictatuur te maken hebben.

Voetstuk
Overal werden ze hartelijk ontvangen. “Wat wij destijds gedaan hebben, bleek zo belangrijk te zijn geweest voor de mensen, ook al waren zij er niet rechtstreeks bij betrokken. Ook vonden ze het heel bijzonder dat wij de moeite namen ook nu naar hen toe te komen.

Memorial de Paine
Vooral het bezoek aan het Memorial de Paine, in een klein boerendorpje vlak bij Santiago, ervaarde Moniek als indrukwekkend. “In september 1973 zijn daar in een nacht 70 mannen weggehaald. Nooit heeft iemand meer iets van hen vernomen. De inwoners hebben zelf een herdenkingsplek gemaakt: een monument van houten palen met daartussen prachtige mozaïeken. We werden toegesproken, er was muziek, dans en heerlijke empanadas, maar de meeste indruk maakten de vrouwen, die bij elke mozaïek hun eigen verhaal vertelden.”

Stadion
Ook het bezoek aan het stadion Estadio Nacional bezorgde Moniek kippenvel. “Tijdens de eerste weken van de dictatuur werd dit stadion gebruikt om mensen gevangen te zetten, te martelen en te vermoorden. Ik ken een aantal van hen persoonlijk. Behalve Chilenen, zaten er ook Nederlanders gevangen, waaronder een bevriende journalist. Dan komt het heel dichtbij.”

“Ik hoorde nu dat het merendeel van de gevangenen werd weggestopt in de catacomben van het stadion, als internationale waarnemers een kijkje kwamen nemen. En later moest het stadion ontruimd worden om plaats te maken voor een voetbalwedstrijd. De Fifa zou hebben gezegd: ‘Het stadion is goed, maar die mensen moeten weg!’. Op 11 september was er een ‘wake’ bij het stadion. Al die kaarsjes nu in en rond het stadion, de sprekers, de muziek, het deed mij heel veel. Het was mooi om samen met Chilenen hier samen te komen, en hun en onze verhalen te delen.”

Isabel Allende
Bijzonder indrukwekkend was ook het moment waarop Moniek tot haar grote verrassing uit handen van Isabel Allende, Chileense senator en dochter van president Salvador Allende, de president aan wiens bewind op 11 september 1973 een abrupt einde kwam door de rechtse militaire staatsgreep van generaal Augusto Pinochet, een erepenning ontving. “Ik was totaal overrompeld. Ze omhelsde mij. Het was een eerbetoon voor mijn inmiddels overleden vader. Een moment om nooit meer te vergeten.”

Verbijstering
De reis heeft veel met Moniek gedaan. “Wat mij vooral bijblijft is de verbijstering over wat mensen elkaar kunnen aandoen. Een leger van gewone Chilenen die elkaar oppakken, martelen, vermoorden en in zee gooien. Ik kan dat niet bevatten en het doet mij heel veel. Gelukkig gaat er langzamerhand een andere wind door Chili waaien, een nieuwe generatie komt in actie. Een herdenking op deze schaal was jaren geleden ondenkbaar. Ik hoop van harte dat de verandering doorzet, Michelle Bachelet president wordt, de grondwet die nog door de militairen is opgesteld, wordt aangepast en er gratis onderwijs komt. Als ik geld genoeg had, zou ik dolgraag elk jaar een paar maanden naar Chili gaan om daaraan een steentje te kunnen bijdragen.” 

Tekst: Marijke Dekker 

Linda Bos en Margot van Os van Buurtzorg Wijk bij Duurstede:

“Persoonlijke zorg en korte lijnen, dat is onze kracht!”

WIJK BIJ DUURSTEDE – Ze zijn een combinatie van de ‘oude wijkzuster’ en ‘moderne technologie en organisatie’. De medewerkers van Buurtzorg Wijk bij Duurstede staan dag en nacht voor hun cliënten klaar en doen graag net dat stapje extra. Voor patiënten betekent het één vertrouwd gezicht, minder vaak naar het ziekenhuis en een betere kwaliteit van leven.

Buurtzorg Wijk bij Duurstede opent in november 2008 haar deuren als reactie op de dan toenemende grootschaligheid in de zorg. Kleinschaligheid, persoonlijk contact, en alle zorg in één hand is het credo. De vraag is groot, de cliënten zijn tevreden, en al snel wordt er in Wijk bij Duurstede een tweede zelfstandig draaiend team geformeerd. Elk team met zo’n 10-12 medewerkers en circa 50 cliënten. Ook in Cothen, Langbroek, Werkhoven, Odijk en Houten zijn momenteel Buurtzorgteams actief.

Preventie
De verzorging en verpleging van de cliënten staat voorop, maar de medewerkers gaan net wat verder. Verpleegkundige Margot van Os: “We verzorgen niet alleen die wond, of geven een prik, maar we proberen ook verdere ziektes of complicaties te voorkomen, kijken naar de boodschap achter de klacht, zoals achterliggende eetgewoonten en ziekten, en adviseren bijvoorbeeld  over aanpassingen in het huis, zodat iemand langer zelfredzaam kan blijven.”

Kwaliteit van leven
Ook het dagelijks leven moet zo goed mogelijk kunnen blijven doorgaan, vindt verpleegkundige Linda Bos. “Ondanks een ziekte of operatie moeten mensen zo normaal mogelijk kunnen blijven leven. Als iemand om 8.00 uur ergens heen moet, staan wij gewoon om 7.00 uur op de stoep! En voor een ander regelen we via het Wmo-loket bijvoorbeeld een taxi-vergoeding.”

Netwerk
De samenwerking met huisartsen, Wmo-loket, fysiotherapeuten, Altrecht en vele andere instanties is een groot pluspunt, zegt Margot. “We hebben een groot netwerk en korte lijnen. Dat is echt onze kracht.”

Oncologie
De zorg begint soms al in een vroeg stadium. Zoals bij oncologiepatiënten. Al vanaf het moment waarop iemand de diagnose krijgt, gaat een oncologieverpleegkundige op huisbezoek. Op die manier ontstaat een vertrouwensrelatie, en kan goede zorg worden geleverd. Margot: “In het begin gaat het om adviesgesprekken, maar dat kan zich langzamerhand uitbreiden tot ADL-hulp, hulpmiddelen regelen, een morfinepomp aansluiten. Voorheen moesten wij voor zo’n morfinepomp een gespecialiseerd team uit Utrecht inschakelen.”

Ouderen
Linda, die zich gespecialiseerd heeft in ouderenzorg, is blij dat dankzij Buurtzorg ook (dementerende) ouderen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. “We kennen onze cliënten goed, en kunnen ook hulp inschakelen. Zonder ons zou de familie zwaarder belast worden, of zouden mensen verkommeren, hun klachten niet kenbaar maken, of eerder naar een ziekenhuis of verpleeghuis moeten. Dankzij wijkverpleegkundigen kan waarschijnlijk 90% van de mensen die dat willen, zelfs thuis overlijden. Vaak toch de prettigste omgeving.”

Bereikbaar
Cliënten hebben zoveel mogelijk vaste medewerkers, maar, omdat de cliënten wekelijks door het team besproken worden, kunnen medewerkers elkaar eenvoudig vervangen. De bereikbaarheid en laagdrempeligheid is voor de cliënten ideaal, maar trekt soms wel een wissel op het privéleven van de medewerkers. “We moeten flexibel zijn, want we worden op de gekste momenten gebeld. Als we onder de douche staan, of net de aardappels opgezet hebben. We vragen wat er aan de hand is, en geven eerst telefonisch advies, maar als het nodig is, gaan we natuurlijk op pad. Desnoods met natte haren of met het vooruitzicht van verpieterde aardappelen!”

Tekst en foto: Marijke Dekker

Oprichter en directeur Teja Kenbeek neemt na 30 jaar afscheid van haar school

“Ik dacht: dan richt ik toch zelf een school op!”

 

HOUTEN – Dertig jaar na de oprichting van de Montessori Basisschool Houten neemt oprichter en directeur Teja Kenbeek afscheid. Afscheid van de school die zij zag groeien van 35 naar nu zo’n 400 leerlingen, verdeeld over drie locaties in Houten. Nog altijd gedreven en vol enthousiasme blikt zij terug op een belangrijk deel van haar leven.

Als Teja en haar man Don in 1982 op zoek gaan naar een geschikte basisschool voor hun dan driejarige zoontje Julius, maakt ze kennis met het Montessori-onderwijs. “Ik wist direct: dit is precies wat ik wil! De opvoedkundige en onderwijskundige visie sloot helemaal aan bij mijn opvattingen en normen.”

De leerkracht van Julius moedigt Teja, die al een onderwijsbevoegdheid op zak heeft, aan om het aanvullende Montessori-diploma te halen. De schooldirecteur voorspelt dan al dat hij ‘haar nog wel ‘ns een school ziet oprichten’.

Ik doe het zelf!
Als het gezin in Nieuwegein (of Houten?) neerstrijkt, wil Teja een goede Montessorischool voor haar kinderen Julius en Sanne. Bij gebrek daaraan besluit Teja uiteindelijk samen met een vriend zelf een school op te richten: “We kenden wel een paar enthousiaste gezinnen, maar verder was het een sprong in het diepe. Tijdens die eerste informatieavond, waarbij de zaal bomvol zat, gierden de zenuwen door mijn lijf, maar zodra ik over het onderwijs kon vertellen, was het over.”

In augustus 1983 is de 1e Montessori Basisschool Houten een feit. Met 35 leerlingen, verdeeld over een kleuter- en een middenbouwgroep, begint het schooltje in het gebouw van De Rank. Met Julius en Sanne in het kleutergroepje van juf en directeur Teja. De school blijkt een succes en al snel moet er een wachtlijst worden aangelegd.

Inmiddels telt de school zo’n 400 leerlingen, een groot en hecht team van bevlogen leerkrachten, en drie locaties, waarbij in de herfstvakantie de verhuizing van de locatie Beekmos naar Limes gepland staat.

Passie
Dertig jaar later is Teja trots, en nog even idealistisch, gedreven en enthousiast. “De visie en waarden staan nog altijd overeind. Ook de leerkrachten van het eerste uur werken er nog steeds, of zijn met pensioen. Het is een hecht team van mensen met passie.”

“Binnen het onderwijs zit eigenlijk het hele leven”, vertelt Teja. “Kinderen zijn de nieuwe mensen van de toekomst. Lichtpuntjes in een wereld met ook veel kommer en kwel. Ik vind het mooi dat ik een vuurtje heb mogen ontsteken. Een vuurtje dat verder gedijt, via kinderen weer naar hun kinderen. We zijn elke dag vol passie met mensen bezig.”

Kanjer
Dan mengt ook echtgenoot Don zich in het gesprek: “Ze is gewoon .een kanjer! Ze zet zich met zoveel enthousiasme en plezier in voor de school! Het is veel, heel veel werk. En tussendoor heeft ze ook nog ‘even’ als interim-directeur een school in problemen gered.”

Zelf doen
Nog altijd staat ze voor de volle 100% achter het Montessori-onderwijs. “Wij gaan ervan uit dat kinderen actief zijn in hun eigen ontwikkeling en dat ze vrij, autonoom en zelfstandig zijn. Kinderen willen alles graag ‘zelf doen’. Wij geven bouwstenen en sturing om het zelf te kunnen doen. Geen ‘vrijheid blijheid’, maar ‘vrijheid in gebondenheid’. Dankzij duidelijke afspraken kan het kind veilig leren en geholpen worden om ‘het zelf te doen’. Samenwerken en rekening houden met elkaar zijn voor ons belangrijke waarden. Kinderen worden hierdoor zelfstandig, verantwoordelijk en ondernemend.”

Orkest
Ook het Montessori-orkest heeft ze met veel liefde opgericht. “Muziek is op veel scholen een ondergeschoven kindje. Dankzij een ouder die professioneel dirigent is, hebben we een eigen orkest kunnen opzetten. Kinderen zien het bovenbouworkest oefenen en concerten geven, en willen dat ook. We stimuleren dat graag.”

En nu?
‘Montessoriaan’ Alex van Zwam heeft per 1 augustus het stokje van Teja overgenomen. “Een actieve man te midden van het kippenhok”, lacht Teja. “Ik heb alle vertrouwen in hem en het team.”

En Teja zelf? Kan ze haar school loslaten? Ze denkt van wel. “Er zijn nog zoveel leuke dingen om te doen! Ik wil graag samen met Don van het leven en van onze kinderen en kleinkinderen genieten. Varen met ons bootje, wandelen in de bergen, paardrijden, erop uit met ons kampeerbusje, skiën, ja zelfs parapenten – ik vind zoveel leuk om te doen! En ach, nu zitten onze twee kleinkinderen op deze school… Ze kunnen vast ook participatie-oma’s gebruiken!” 

Citaat:
“Hallo oma! Wat doe jij op mijn school?”
Dinand Kenbeek 

Tekst: Marijke Dekker

Marie-Rose van Lieshout, initiatiefnemer KWIEK-programma voor senioren:

“Belangrijk dat senioren kwiek blijven!”

WIJK BIJ DUURSTEDE – Blijven ouderen die minder kwetsbaar zijn, langer zelfredzaam? En zo ja, hoe kunnen senioren geholpen worden hun kwetsbaarheid te verminderen? Met die prikkelende vragen in gedachten ontwikkelde Marie-Rose van Lieshout het programma KWIEK. Inmiddels hebben 90 Wijkse ouderen aan het programma deelgenomen, en de eerste ervaringen en resultaten zijn hoopgevend.

Marie-Rose van Lieshout, als fysiotherapeute werkzaam bij Praktijk voor Fysiotherapie Weustink,  ziet het dagelijks in de praktijk dat de ene patiënt goed herstelt en zich weer prima redt, en een leeftijdgenoot hard oefent, maar toch niet (helemaal) herstelt. “Dat interesseerde mij. Waarom gebeurt dit? Ik vroeg mij af of ‘kwetsbaarheid’ een rol speelt.”

In samenwerking met het UMC startte ze een universitair onderzoek en ontwikkelde, met hulp van Netwerk Utrecht Zorg Ouderen, fysiotherapiepraktijken in Wijk, Dietheek, Voedingsadviesgroep Utrecht, Indigo en Apotheek Dorestede, KWIEK, een groepsprogramma voor 65-plussers. Het programma bestaat uit een individueel medicatieadvies door de apotheker, 12 weken lang trainen van dagelijkse activiteiten door fysiotherapeuten, het trainen van sociale vaardigheden, en leuke en eenvoudige voedingstips door een diëtist.

Langer zelfstandig
Bij het ontwikkelen van het programma had Marie-Rose vooral het belang van de ouderen voor ogen: het vergroten van hun zelfredzaamheid en daarmee ook hun kwaliteit van leven. “Veel ouderen willen graag zo lang mogelijk zelfstandig thuis blijven wonen. Met dit programma hoopten we aan die wens te kunnen bijdragen. KWIEK grijpt aan op de kenmerken van kwetsbaarheid: verhoogd medicatiegebruik, afname mobiliteit, toename van angst en gevoelens van eenzaamheid, en de voedingstoestand.”

Inmiddels zorgen landelijke bezuinigingen ervoor dat zelfredzaamheid ook meer en meer bittere noodzaak wordt. “Steeds meer ouderen móeten op zichzelf blijven wonen.  Dat betekent dat zelfredzaamheid nog belangrijker wordt, en dat we ook allemaal moeten leren om het lokale netwerk in te zetten, en hulp te vragen en aan te bieden. Veel mensen vinden het moeilijk om bijvoorbeeld aan de buurvrouw te vragen of zij aardappelen wil kopen, omdat hun dochter pas over een paar dagen komt. Die kanteling in de zorg is lastig, maar onontkoombaar. Ook aan dit soort aspecten schenken we in het programma aandacht.”

Boodschappen
De deelnemers zijn over het algemeen enthousiast, zegt Marie-Rose. “Men vond het bijvoorbeeld heel nuttig om in duo’s te oefenen. Door elkaar aanwijzingen te geven of steun te verlenen, ziet men dat de ander ineens veel meer kan. En een krat met boodschappen kun je ook een trap opdragen door het gewicht te verdelen. Dit hebben we intensief getraind. Of men oefende met een dienblad over een lijn te lopen. Als je ouder wordt, kan het moeilijk zijn om met iets in je handen door de kamer te lopen, en tegelijkertijd een praatje te maken. Maar het was ook fijn om te praten en te luisteren, om elkaar te leren kennen, en om tips te krijgen. En natuurlijk werd er ook gewoon veel gelachen!”

En nu?
Marie-Rose verwacht het onderzoek, waarop zij aan de Universiteit Utrecht hoopt te promoveren, in 2015 te kunnen afronden, maar gaat ervan uit dat er dit jaar al een soort doorstart van het KWIEK-programma volgt: “Natuurlijk wachten we formeel de wetenschappelijke onderzoeksresultaten af, zodat we zeker weten of een dergelijk programma ook daadwerkelijk effect heeft op de zelfredzaamheid van senioren. Maar de eerste ervaringen zijn positief, en de behoefte aan een dergelijk aanbod groot. We zijn dan ook van plan binnenkort met een vergelijkbaar programma te komen.”

Aanmelden
De concrete invulling van het nieuwe programma voor senioren is nog niet bekend, maar belangstellenden kunnen zich al aanmelden via Marie-Rose van Lieshout, Fysiotherapie Weustink, tel. 0343-571857.

Bijschrift foto:
Marie-Rose van Lieshout ontwikkelde voor senioren het programma KWIEK.

Tekst en foto: Marijke Dekker

Coby van Wijngaarden, casemanager Ketenzorg Dementie Kromme Rijnstreek

“Ik ben een soort spin in het web”

WIJK BIJ DUURSTEDE – Casemanager Coby van Wijngaarden begeleidt en ondersteunt sinds half september 2013 mensen met dementie én hun mantelzorgers in de gemeenten Wijk bij Duurstede en Bunnik. Vanaf het moment waarop de diagnose wordt gesteld, fungeert ze als een spin in het web en is ze een vertrouwd en onafhankelijk aanspreekpunt. “Mooi om iets voor deze kwetsbare mensen te kunnen betekenen.”

‘Casemanagement’ is voor de gemeenten Bunnik en Wijk bij Duurstede een nieuw fenomeen. “Vanaf de diagnose tot opname of overlijden is de casemanager het vaste aanspreekpunt. Voor de cliënt én de mantelzorgers. Zodra door een geheugenpoli of huisarts de diagnose is gesteld, en naar mij is doorverwezen, ga ik op bezoek voor een intakegesprek. Natuurlijk altijd in overleg met de huisarts, die eindverantwoordelijk is.”

Vanaf dat moment regelt, begeleidt en ondersteunt Coby. “Ik kijk of er een zorgvraag is en regel in overleg met cliënt en mantelzorg wat er nodig is. Dan blijkt de toegevoegde waarde van mijn werkplek bij Stichting Binding. Ik heb direct de mogelijkheid om te overleggen met de consulent mantelzorg, WMO, vrijwilligerscoördinator, en juridisch adviseur. Daarnaast kan ik vanuit een onafhankelijke positie zo nodig thuiszorg inschakelen of een ergotherapeut, die bijvoorbeeld kan meekijken of de bediening van apparatuur nog lukt, of begeleidt bij het gebruik van een rollator. Ook regel ik de indicatiestelling en verwijs door naar een dagcentrum. Heel veel korte lijntjes naar een uitgebreid netwerk aan zorg, ook voor Bunnik, waarbij ik op de achtergrond altijd beschikbaar blijf voor advies.”

Dagbesteding
Als de behoefte of de noodzaak er is, nodigt Coby de cliënt graag uit om eens een kijkje te nemen bij een dagcentrum voor activiteiten. “Eventueel gaan we samen kijken en blijven gelijk een hapje eten. Soms hebben cliënten veel weerstand tegen een dagcentrum, maar als ik rustig uitleg, dat de cliënt zich daardoor fitter kan blijven voelen en de mantelzorger het langer kan volhouden, kan ik hen vaak toch motiveren om het eens te proberen. Er is echter nooit sprake van dwang!”

Ze doet haar best om dagbesteding te zoeken die bij een cliënt past. Door bijvoorbeeld voor een cliënt die graag schildert, een dagbesteding te zoeken waaraan een kunstenaar is verbonden.

Kwaliteit van leven
Alles is erop gericht de cliënt zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Tot het echt niet meer kan. “De kwaliteit van leven staat voorop”, zegt Coby. “Als er sprake is van ernstige nachtelijke onrust, die met medicatie niet weg te nemen is, of bijvoorbeeld van (brand)gevaar, verdwalen, of andere onveilige situaties voor cliënt en omgeving, komt over het algemeen toch een opname in zicht. Zo’n stap gaat altijd in overleg met de huisarts, de familie en de betrokken hulpverleners. Vaak zijn de mantelzorgers iets eerder aan zo’n stap toe dan de cliënt zelf, maar ik heb nog niet meegemaakt dat de cliënt zich bleef verzetten. We doen altijd ons best om een goede, passende plek te vinden. Dus zo lang mogelijk thuis: ja, maar het moet wel verantwoord zijn.”

Betekenen
Coby merkt dat cliënten en mantelzorgers blij zijn met haar komst. “Het eerste gesprek ervaren cliënten vaak als spannend. Soms denken ze dat ze opgenomen moeten worden, of dat er van alles moet gebeuren. Een enkele keer reageren ze boos. Maar al snel lukt het om een vertrouwensband op te bouwen en vinden ze het contact prettig. Ook mantelzorgers ervaren mijn aanwezigheid vaak als een verlichting. En natuurlijk bied ik ook hen een luisterend oor. Ik vind het belangrijk dat iedereen zichzelf kan blijven. De functie van casemanager biedt tijd en mogelijkheid om echt op maat te kunnen begeleiden en ondersteunen. Dat is heel mooi om te mogen doen.”

Inmiddels is Coby casemanager bij ruim 45 cliënten, en het aantal groeit. Naar verwachting komt er nog dit jaar een tweede casemanager het team versterken.

Tekst en foto: Marijke Dekker

Dr. Catharina Meijer wil wildgroei cosmetische industrie tegengaan

“Cosmetische behandelingen moeten veilig zijn”

BUNNIK - Cosmetisch arts Dr. Catharina Meijer van DermaClinic, het bedrijf waarmee het Bunnikse Huidinstituut Hollestelle sinds kort nauw samenwerkt,zet zich op landelijk niveau in voor veilige cosmetische behandelingen door erkende artsen. Door het aanscherpen van regels en het maken van heldere afspraken streeft ze naar kwaliteitsverbetering en moeten cowboypraktijken tot het verleden behoren.

Dr Catharina Meijer, oprichter en eigenaar van DermaClinic, en haar collega Lisette Koeneman verzorgen bij Huidinstituut Hollestelle vooral behandelingen op het gebied van huidverjonging, zoals injectables (botox en fillers), laserbehandeling en dieptepeelingen, en huidverbetering, zoals het verminderen van acné, pigmentplekken en andere problemen met de (zichtbare) huid.

Lichaamseigen fillers
Een behandelmethode die in de toekomst volgens Meijer zeker terrein zal gaan winnen, is het injecteren met lichaamseigen vet of bloedplasma met groeifactoren. “Hierbij wordt vet uit het been of de buik van de cliënt als een lipofiller in de huid van het gezicht geïnjecteerd. Ook is het mogelijk om wat bloed af te nemen, dit te centrifugeren - waardoor de groeifactoren actief blijven - en dit bloedplasma in de huid te injecteren. Hierdoor wordt de huid gestimuleerd zich te verjongen, te verbeteren en te verstevigen. Omdat het om lichaamseigen materiaal gaat, voelt deze behandelmethode extra veilig en geeft een duurzaam resultaat.”

Medische indicatie
De indicatie wordt altijd bepaald door een BIG-geregistreerde arts. Zoals Dr. Meijer, die bovendien gecertificeerd cosmetisch arts is. “Over zo’n indicatie ontstaat weleens discussie: zeker als het om fillers of botox gaat. Wij behandelen mensen niet alleen maar om ‘mooier’ te zijn, maar om zich beter te voelen, en de uitstraling te hebben die goed voelt en bij ze past. Ook zorgen we ervoor dat mensen niet ‘doorslaan’ in hun correcties. Het resultaat moet natúúrlijk zijn. Meestal zien mensen er na een behandeling net even wat frisser en meer uitgerust uit, of krijgen een zachtere uitdrukking. Dat kan veel voor een cliënt betekenen.  We helpen mensen om zich prettiger en zelfverzekerder te voelen.”

Risico’s
Het gaat om behandelingen met weinig risico’s, zegt Meijer. “Inmiddels heb ik tien jaar ervaring, en dankzij goede producten en goede behandelmethoden heb ik nooit problemen meegemaakt, die de mensen blijvend beschadigen.”

Maar het kan ook flink misgaan: ernstige blijvende complicaties, verminking of ontevredenheid over het resultaat. Volgens Meijer te vaak te wijten aan onvoldoende opgeleide en niet bekwame artsen.

Kwaliteitsverbetering
Hoog tijd dus om het kaf van het koren te scheiden. Als bestuurslid van de Nederlandse Vereniging Cosmetische Geneeskunde (NVCG) én van de Nederlandse Stichting Esthetische Geneeskunde (NSEG) – een samenwerkingsverband tussen de diverse medische beroepsgroepen die zich met de cosmetische geneeskunde bezig houden, waaronder cosmetisch artsen, plastisch chirurgen, KNO-artsen, dermatologen en kaakchirurgen – pleit Meijer voor maatregelen die moeten leiden tot kwaliteitsverbetering. “We komen met gezamenlijke kwaliteitsnormen ten aanzien van opleiding en ervaring van de behandelaar, apparatuur, producten en behandelruimte. Het is de bedoeling dat straks alle leden aan deze eisen voldoen. Zo niet, dan volgt een berisping of uiteindelijk zelfs royement als lid. Consumenten moeten daarin ook op een transparante manier inzicht krijgen. Ook komen er richtlijnen over bijvoorbeeld reclame, en wordt de minimumleeftijd verhoogd naar 18 jaar. We worden daarin gesteund door het ministerie van VWS.”

Opleiding
Bovendien wordt de opleiding tot cosmetisch arts aangescherpt. Meijer: “Daaraan wordt momenteel hard gewerkt. Als de plannen, en de aangevraagde subsidie, doorgaan, is er straks sprake van een erkend profiel en een beschermde titel.” Voor artsen die reeds  aantoonbaar veel ervaring hebben, komt in principe een overgangsregeling.

Ondanks alle maatregelen die door de beroepsgroepen en het ministerie van VWS worden genomen, roept Meijer consumenten ook op zelf alert te blijven en wantoestanden te melden. “Het is belangrijk dat een cliënt zich met een gerust hart kan laten behandelen. Goede en veilige zorg moet gegarandeerd zijn.”

Foto: DermaClinic
Tekst: Marijke Dekker

Een dag als… paardenosteopaat

Fijn als ik paarden kan helpen beter te bewegen”

DRIEBERGEN – Paarden zijn haar grote passie. Ze traint ze en behandelt ze. Dat laatste doet ze beroepsmatig – als paardenosteopaat. Ze is idealistisch en zet zich met hart en ziel in voor paardenwelzijn. Het gaat haar oprecht aan het hart als ze een paard met veel spanning ziet lopen. Met zachte, manuele handelingen weet ze blokkades en spierspanning op te heffen, zodat het paard weer optimaal en pijnloos kan bewegen. Wie zij is? Mariska Versteeg, paardenosteopaat. Verslaggeefster Marijke loopt een dagje met haar mee.

Als Marijke op een prachtige herfstdag het erf van een boerderij oprijdt, staat Mariska al bij het paard dat ze vandaag zal behandelen: Pelle, de 16 jaar oude ruin van Lydia en Walther Huiskes. Het voormalige wedstrijdpaard geniet nu lekker van zijn oude dag. Na een behandeling door de veearts voor lichte artrose, leek hij niet helemaal te herstellen; alsof hem iets dwars zat.

Mariska laat hem nu stappen, draven en galopperen, en kijkt vooral naar de beweging, de houding van het hoofd, de beenzetting en de overgang van draf naar galop.

Check
Dan volgt een nauwgezet onderzoek. “Eerst een snelle check: hoofd, nek, rug, ribben, bekken. Ik let op afwijkingen in de stand van de gewrichten, spierspanning, warmte en zwelling. Daarna test ik elke wervel en kijk of het hoofd goed kan worden gebogen en opgetild.”

Blokkades
Bij Pelle stuit ze onder meer op enkele blokkades in de wervelkolom, die een verstoring in het zenuwstelsel en de doorbloeding geven, en spierspanning veroorzaken. Bij de behandeling van het dier maakt ze uitsluitend gebruik van haar handen: “Ik gebruik verschillende manuele technieken. Dat kunnen zachte handgrepen zijn, maar ook manipulaties (‘kraken’).” Terwijl ze de wervels door manipulatie weer losmaakt, geeft Pelle geen krimp. “Het is een kwestie van vertrouwen. Eerst maak ik rustig contact en tijdens het onderzoek en de behandeling voelt het paard dat het goed zit. Bovendien voelt hij zich na afloop prettiger: de spierspanning neemt af, er ontstaat een betere doorbloeding en hij kan zich beter bewegen.”

Ondertussen legt Mariska uit wat ze doet en instrueert de ruiter. Meestal zijn twee of drie behandelsessies voldoende - het natuurlijke genezingsproces doet de rest.

Avontuurlijk
De 30-jarige Mariska, die samen met haar vriend in Werkhoven woont, is sportief en avontuurlijk. Een reis naar China, werken op een schapen- en koeienboerderij in Australië of een actieve langlauftrektocht in Zweden: ze vindt het allemaal even leuk.

Paarden zijn echter haar grote passie: “Als jong meisje droomde ik al van paardrijles. Later ben ik door een pony die ik trainde, in contact gekomen met een paardenosteopaat. Door haar werd ik geïnspireerd.”

Militair
Na haar studie humane fysiotherapie maakte Mariska een uitstapje naar het leger: als officier bij de geneeskundige dienst stuurde ze een peloton van 30 geneeskundig opgeleide militairen aan. Maar de passie voor paarden bleek sterker en deed haar uiteindelijk besluiten alsnog de studie osteopathie voor dieren te volgen.

Een keuze waarvan ze geen spijt heeft: “Als ik een paard tijdens een wedstrijd zie rijden met zijn hoofd omhoog en veel spanning in zijn lijf, vind ik dat jammer. Ik denk dat iedereen het beste voor heeft met zijn paard, maar mensen zijn zich soms niet bewust van de signalen die een paard afgeeft. Door mensen bewust te maken van die signalen, hoop ik bij te dragen aan het welzijn van een paard.”

Vinger erop leggen
Mensen kloppen meestal bij Mariska aan als hun paard ‘niet lekker in zijn vel zit’: “Vaak is het iets waar mensen niet direct de vinger op kunnen leggen. Het dier geeft bijvoorbeeld problemen bij het (aan)galopperen, loopt linksom of rechtsom niet lekker, is wat stijf bij het bewegen, is narrig tijdens het rijden of longeren, of bokt of steigert zonder aanwijsbare reden.”

“Als osteopaat kijk ik naar de beweging van het hele lichaam: de spieren en het skelet, maar ook de organen en het bindweefsel. Het uitgangspunt is dat het lichaam een eenheid is. De oorzaak van een probleem ligt soms elders in het lichaam. Ik ga altijd op zoek naar de oorzaak van een klacht en werk vanuit daar verder.”

Terug naar Pelle. De behandeling is inmiddels klaar en Pelle kijkt relaxt en gaapt eens hartgrondig. Een goed teken, volgens Mariska. “Ik vind het altijd fijn als paarden briesen, kauwen of gapen. Een signaal dat ze zich goed voelen en ontspannen zijn. Daar doe ik het voor!”

Uitspringend citaat:
"Ik ga altijd op zoek naar de oorzaak van een klacht en werk vanuit daar verder.”

Tekst en foto: Marijke Dekker

Dominee Rebecca Onderstal:

“Een conflict kan ook groei betekenen”

 

“Een conflict is niet erg. Alleen als mensen ‘met alle geweld’ het conflict willen winnen, gaat het mis.” Dat zegt dominee Rebecca Onderstal. De oplossing? Op een positieve manier de strijd aangaan, door de verschillen op tafel te leggen en een stap naar de ander toe te maken. “Het is belangrijk dat mensen bereid zijn met respect naar elkaar te luisteren en oog te hebben voor álle kanten.” Regelmatig laat ze dan ook een tegenstem horen, vanaf de preekstoel, langs het voetbalveld, én via social media.

Wat betekent vrede op aarde in uw werk?
Niet alleen tijdens de preek, maar ook in gesprekken praat ik over conflicten, en probeer ze te duiden. Een conflict op zich is niet erg. Het kan heel vruchtbaar zijn als je bokst. Als iedereen zijn mond houdt, blijft bijvoorbeeld een alleenheerser aan de macht, en verandert er nooit iets. Goed om je mening te geven. Tegelijk is dat ook eng. Risico is dat je inziet dat je niet helemaal gelijk hebt en je standpunt moet herzien. Verandering is eng, pijnlijk, maar betekent ook groei.

Het is belangrijk om niet te snel te oordelen. Er zijn altijd meer kanten aan een mens, aan een zaak. Het is verleidelijk om met de massa mee te lopen en zomaar wat te roepen. Hoe vaak gebeurt dat niet, ook via Twitter? Al snel is iemand een zondebok en worden alle stenen op hem gericht.  Een volksgericht is nooit goed. Daar is de rechtbank voor. En God vergeeft ons, welke fouten we ook maken. Dat poetst het kwaad niet weg, maar geeft wel ruimte om het weer te proberen. Gods vergeving inspireert mij om compassie te tonen.

Als er in het dorp sprake is van een conflict, ga ik bewust óók met de ‘zondebok’ in gesprek. Of ik besteed er in mijn preek aandacht aan. Omdat het een monoloog is, uit ik dan geen privé-mening, maar laat wel mijn twijfels zien of een tegengeluid horen en hoop mensen aan het denken te zetten. Bij sommige conflicten laat ik mijn stem ook horen via Facebook en Twitter.

Betekent vrede op aarde een beperking van de vrijheid van meningsuiting?
Vrijheid van meningsuiting en respect moeten met elkaar in balans zijn. Je mág alles zeggen, maar wíl je het ook? Vrijheid en met respect met elkaar omgaan zijn twee belangrijke waarden voor mij. We zijn allemaal zo snel geneigd om iets over een ander te vertellen, maar het is goed om je af te vragen: wil ik zelf ook dat er zo over mij wordt gepraat?

Overigens bedoel ik daarmee niet dat iets dan maar niet gezegd moet worden. Integendeel. Het gaat om de manier waarop. Niet scherp, wel ruimte biedend. Bij een begrafenis zal ik iemand niet ophemelen; in bedekte termen benoem ik bepaalde zaken wel.

Is vrede op aarde mogelijk als ieder aan zijn eigen geloof vasthoudt?
Jazeker. Het gaat erom op welke manier mensen aan hun geloof vasthouden. Het geloof is een inspiratiebron en geeft je standpunten om een gesprek aan te gaan. Waar het om gaat, is respect voor de ander. Er is niet één geloof, één waarheid. We kunnen naast en met elkaar samenleven, met respect voor de mening en het geloof van de ander. Er zijn inderdaad veel oorlogen gevoerd ‘in de naam van God’. Hele volken zijn in de pan gehakt. Daarbij wordt God voor hun eigen karretje gespannen. Maar er zijn in naam van God ook vredestichters geweest. Zoals Ghandi en Martin Luther King.

Is vrede op de hele aarde onrealistisch?
In de Bijbel slaan mensen vanaf het begin elkaar de hersens in. Er zit nu eenmaal ook kwaad in de mens, en het is niet altijd makkelijk om met elkaar samen te leven. Maar daar hoeven we ons niet bij neer te leggen. Het is de kunst om realistisch te zijn – ‘er zit kwaad in iedereen’ – en tegelijk ons toch in te zetten om iets te doen, iets te veranderen. De realiteit moeten we niet uit het oog verliezen; we moeten in de spiegel blijven kijken. Zonder realisme geen vrede.

Wat is uw bijdrage aan ‘vrede op aarde’?
In het dagelijks leven probeer ik ook een bijdrage te leveren. Bijvoorbeeld als ik als moeder langs het voetbalveld sta. Af en toe krijgt voetbal de sfeer van oorlog. Tijdens de wedstrijden worden scheidsrechters soms door ouders uitgescholden. Samen met anderen spreek ik die mensen daarop aan. Alleen moet ik dan uitkijken dat ik niet zelf in die kwaadheid ga zitten.

Een tekst van Moeder Theresa vind ik heel mooi: ‘Wij kunnen geen grootse dingen doen, maar wel alle kleine dingen met grote liefde’. Met liefde voor mensen de verschillende kanten in het oog houden. Dat is de weg naar vrede.

Uitspringend citaat:
“Social media gebruik ik als een spreekstoel – om een tegenstem te geven en mensen aan het denken te zetten”

Tekst en foto: Marijke Dekker

 

Huisarts Groenendijk neemt na 33 jaar afscheid

“Het is nu tijd voor iets anders”

BUNNIK – Na 33 jaar met hart en ziel dorpshuisarts te zijn geweest, legt Will Groenendijk (62) per 1 januari zijn werkzaamheden neer. “Ik ben nog steeds met veel plezier huisarts, maar het is nu tijd voor iets anders”, zegt hij zelf. Samen met ’t Groentje blikt hij terug op zijn jaren als gezinsarts. “Een mooi, zwaar, vaak ook eenzaam beroep, waarbij ik altijd op zoek ging naar de boodschap achter de klacht, en meeliep in de levens van mensen.”

Als 28-jarige huisarts neemt Will Groenendijk in 1980 de praktijk van dokter Kuenen over. “Een bereikbare dorpshuisarts wilde ik zijn. En met de volle breedte van de geneeskunde bezig zijn. Door geneeskunde te combineren met psychologie, psychotherapie en zingeving, wilde ik er echt geneeskúnst van maken. Ieder mens is immers verschillend.”

Geneeskunst
Zijn spreekuren lopen standaard een uur uit. “Samen met de patiënt wil ik kijken naar de boodschap achter de klacht. Soms betekent dat een gesprek in plaats van pillen. Onvrede vertaalt zich vaak in lichamelijke klachten. Men zegt niet voor niets ‘het duizelt me’ of ‘het ligt zwaar op de maag’. Je kunt een pil geven, maar je kunt ook vragen wát er zwaar op de maag ligt. Daarvoor heb je tijd nodig. Via een lichamelijke klacht kun je vaak op het spoor komen wat er écht aan de hand is. Dat is geneeskúnst.”

Groenendijk, die ook acht jaar als co-therapeut in de psychosynthese werkzaam is geweest, komt in actie als in 2006 de nieuwe zorgverzekeringswet wordt ingevoerd. Als bestuurslid van de Huisartsen Vereniging ZW Utrecht probeert hij visie en beleid te ontwikkelen om de huisartsgeneeskunde zo veel mogelijk te behouden. “De huisartsenzorg wordt steeds zakelijker en meer protocollair.  De mens verdwijnt als individu. Ziekte wordt door verzekeraars gezien als schade. Zij krijgen inhoudelijk steeds meer invloed en willen van de zorg een concurrerende markt maken. Het product dat wij leveren moet steeds transparanter en meer meetbaar zijn. De invloed van een gesprek tussen arts en patiënt is echter niet te meten. Maar wel van onschatbare waarde.”

Vertrouwensrelatie
“De eerste 12 jaar deden wij ook verloskunde. Dan ontstaat er een vertrouwensrelatie met de patiënten, zodat je echt gezinsarts kunt zijn.        Ook stervensbegeleiding is in onze praktijk van groot belang. Al vanaf de diagnose bouwen we een sterke band op om ook het laatste deel van het leven op een menswaardige manier te kunnen begeleiden. Gelukkig kan, mede door meer technische mogelijkheden, 90% van de patiënten thuis sterven.”

Mannelijke energie
In de afgelopen drie decennia heeft hij de opmars van vrouwelijke huisartsen meegemaakt. “Jammer dat de mannelijke energie aan het verdwijnen is. Juist die balans tussen mannelijke en vrouwelijke artsen is erg belangrijk. Om die reden heb ik in 1992 een vrouwelijke associé gezocht. Al die jaren heb ik samen met Mura Franssens de praktijk gedragen.”

Gezondheidscentrum
Groenendijk vindt het jammer dat het hem niet gelukt is om een gezondheidscentrum van de grond te krijgen. “Dat was een grote ambitie van mij. Korte lijnen, samenwerking, goede samenhangende zorg. Ik hoop van harte dat het er toch ooit gaat komen.”

Midden in samenleving
Ondanks zijn drukke baan als huisarts, is Groenendijk actief in zijn dorp. Hij is jarenlang bestuurslid van de lokale tennisverenging, carnavalsvereniging, en voetbalvereniging, waar hij ook lange tijd de jeugd traint. Bovendien is hij werkzaam als jeugdarts bij FC Utrecht.

En nu?
Hij zit vol plannen en dromen voor de toekomst. Reizen, lezen over psychologie, filosofie en Zen/boeddhisme, gitaar leren spelen, tennissen. “Nu ben ik nog fit. Samen met mijn vrouw Marga ga ik binnenkort enkele maanden naar Suriname, mijn geboortegrond. Verder heb ik plannen om filosofie en kunstgeschiedenis te gaan studeren. Maar dat doe ik pas als ik 72 ben, en achter een rollator loop!”

“Ik kijk tevreden terug op mijn periode als huisarts. Het was mooi om op deze manier met mensen te kunnen werken. Of ik, als ik nu 18 was, weer dit beroep zou kiezen? Ja, waarschijnlijk wel. Het was mijn plek in de gezondheidszorg.”

Tekst en foto: Marijke Dekker

KADER:
De afscheidsreceptie vindt plaats op 3 januari van 16.00 – 19.00 uur in Locatie 78 in Bunnik. De praktijk zal op dezelfde locatie worden voortgezet door Mura Franssens.

Citaat:
"Samen met de patiënt wil ik kijken naar de boodschap achter de klacht."

Schooldirecteur Aart Molendijk:

“Er is hoop!”

Vrede op aarde. Het is een grote wens van schooldirecteur Aart Molendijk, maar “het is er nooit geweest en zal er ook nooit komen”. De oorzaak? Die zit in de mensen zelf. Toch klinkt hij hoopvol. Op zijn ‘vreedzame’ school wordt kinderen geleerd om naar elkaar te luisteren, op basis van argumenten te debatteren, en samen conflicten op te lossen. “Kinderen zijn de volwassenen van de toekomst. Als zij in hun jeugd leren hoe ze op een vreedzame manier kunnen samenleven, is dat een stap in de goede richting. De kinderen dit aanleren, is een verantwoordelijkheid van het onderwijs.”

Is vrede op aarde onrealistisch?
Er zijn altijd oorlogen en brandhaarden geweest. Ze worden veroorzaakt door mensen zelf. Je zou dus zeggen: knop om, en dan hebben we vrede! Maar de geschiedenis leert dat het helaas niet zo werkt.

Punt is dat mensen toch vooral uit eigenbelang handelen. Of in het belang van hun land. Ook politici hebben boter op hun hoofd. Het belang van olie telt zwaarder dan duizenden kinderen die in koelen bloede worden vermoord.

Natuurlijk moet de VN bij escalatie ingrijpen en de strijdende partijen uit elkaar halen. Maar buitenlandse militairen kunnen niet eeuwig in zo’n land blijven, en wat gebeurt er na vertrek? Er ontstaat een machtsvacuüm en vervolgens terugval in het oude patroon, of soms zelfs nog ergere chaos. We moeten af van het idee dat de westerse wereld de wijsheid in pacht heeft. Onze manier van democratie en samenleven kun je niet zomaar kopiëren naar een Afrikaans of Arabisch land. Dat werkt niet. De oplossing moet uit de regio komen.

Verder denk ik dat er minder strijd en ellende zouden zijn als in de basale levensbehoeften van alle mensen zou kunnen worden voorzien. Als je echt honger hebt, doe je álles om aan eten te komen. Een extreme vorm van eigenbelang, maar wel heel begrijpelijk. Als iedereen eten, drinken en een huis zou hebben, zouden mensen meer tevreden zijn. Ik begrijp werkelijk nog steeds niet dat er in de ene helft van de wereld eten wordt weggegooid, terwijl er aan de andere kant honger bestaat. We hebben de verplichting om het voedsel te verdelen. En om niet alleen geld te sturen, maar mensen ook te leren hoe ze zelf het land kunnen bewerken en waterputten kunnen slaan. Ontwikkelingssamenwerking dus.

Een andere oorzaak van de vele conflicten is dat mensen steeds meer individualistisch zijn en niet altijd openstaan voor andere meningen. Er wordt agressief gereageerd, of meningen worden domweg weggehoond.

Betekent vrede op aarde een beperking van de vrijheid van meningsuiting?
Nee, beslist niet. Sterker nog: het is een grondrecht. Maar het is wel belangrijk dat het binnen de grenzen van ‘het betamelijke’ blijft.

Met stijgende verbazing kijk ik om mij heen en naar discussieprogramma’s op tv. Ik schrik van de toenemende onverdraagzaamheid en van de manier waarop volwassenen discussiëren: ongenuanceerd, agressief en met oogkleppen op. De grootste schreeuwer krijgt de meeste tijd, er wordt niet naar elkaar geluisterd, en de eigen mening is de enige waarheid.

Wij leren onze leerlingen dat het goed is om een mening te uiten, maar om ook te beseffen dat sommige uitspraken kwetsend kunnen zijn.

Het is belangrijk dat ze hun mening uiten op basis van argumenten. En vervolgens luisteren naar de meningen van andere kinderen, openstaan voor die argumenten en ook serieus daarover nadenken. Dat kan soms zelfs leiden tot het veranderen van een mening.

Ook hebben we mediators: speciaal opgeleide leerlingen uit groep7 en 8, die elke pauze op het schoolplein helpen bij het bemiddelen bij kleine conflictjes. Kinderen leren voor zichzelf op te komen, samen met de mediator een conflict uit te praten, en met elkáár op te lossen. Daar zit de kracht.

Wat kunnen we zelf doen om vrede op aarde te bereiken?
Je mening op basis van argumenten uiten, openstaan voor meningen van anderen, en proberen sámen conflicten op te lossen. Op school, in je gezin, op je werk, in je buurt. Dat zou al een stap in de goede richting zijn.

De volwassenen van vandaag hebben laten blijken het niet te kunnen. Dat betekent een uitdaging voor de jongeren! Zij zijn de volwassenen van de toekomst, en als zij nu al leren om op een respectvolle en vreedzame manier samen te leven en conflicten op te lossen, dan kunnen we in elk geval op school en hopelijk ook in de samenleving op een plezierige manier met elkaar omgaan.

Ik geloof oprecht in de maakbaarheid van de samenleving. Misschien ben ik ietwat idealistisch, maar vooral realistisch. Elke dag werk ik met jonge mensen. En elke dag gebeuren er weer zoveel mooie dingen. Pareltjes. Er is echt hoop.  

Uitspringend citaat:
Elke dag werk ik met jonge mensen. En elke dag gebeuren er weer zoveel mooie dingen. Pareltjes. Er is echt hoop.  

Tekst en foto: Marijke Dekker

ZijActief viert 75-jarig jubileum

“Al 75 jaar een hechte en gezellige groep”

 

WERKHOVEN – Het Wapen van Werkhoven zat zondag vol feestelijk geklede dames: ZijActief afdeling Werkhoven vierde haar 75-jarig bestaan. De boerinnen van de Boerinnenbond van de Katholieke Aardsdiocecane Boeren- en TuindersBond, waarmee het destijds begon, werden vanaf de jaren ‘60 de vrouwen van de Katholieke Plattelands Vrouwen (KPO) en heten tegenwoordig de dames van ZijActief. Maar de 3O’s van Ontmoeten, Ontspannen en Ontwikkeling zijn nog steeds belangrijke pijlers.

 

De Boerinnenbond van de Katholieke Aardsdiocecane Boeren- en TuindersBond werd opgericht op initiatief van Pastoor Nijerolde, vertelt voorzitter Wil van Echteld. “Hij werd gelijktijdig aangesteld  als geestelijk adviseur. De pastoor bekommerde zich vooral over Werkhovense dames van het platteland.”

In 1935 kwamen 40 dames voor het eerst bijeen: 19 gehuwde  boerinnen en 21 ongehuwde meisjes. In die beginjaren sloten vrouwen zich vooral aan ‘om eens even weg te zijn van de boerderij’ en ‘om het vak van boerin te leren’. Wil van Echteld: “Je kon al jong lid worden, de minimumleeftijd was 17 jaar. In die tijd was de leerplicht nog tot 12 jaar en daarna ging je aan het werk, thuis of in een dienstbetrekking. Het was dan ook een mooie afleiding om eens even weg te zijn van de boerderij. Er waren vooral praktische bijeenkomsten om te leren over huisslachtingen, het organiseren van het huishouden, en het wecken van groenten en fruit. Maar ook levensvragen kwamen aan de orde, vooral over de geloofsbeleving in het gezin. De contributie bedroeg toen 1 gulden en waren er meer lid in een gezin, dan was dit vijftig cent. Dat waren nog eens tijden!”

Cor van Wijk-Van Rooijen  (87) en haar zus Beb de Wit-Van Rooijen (85) zijn beiden al 64 jaar lang lid. Aan de hand van oude foto’s haalden zij zondag samen met de toehoorders oude herinneringen op. Op de foto’s vol dames met bloemetjesjurken en donkere jurken met gesteven witte kraagjes herkenden zij zichzelf, en andere dames uit Werkhoven. Elke foto werd op fantastische wijze voorzien van een verhaal.

De twee zussen werden al voor hun trouwen lid. “Vroeger had je niet zoveel. Onze ouders hebben ons gestimuleerd om lid te worden, en kort na de oorlog hebben we dat gedaan.”

Tegenwoordig komen nieuwe leden gezellig met een vriendin mee, of zijn naar Werkhoven verhuisd en willen graag mensen leren kennen in hun nieuwe woonomgeving. Zoals Jeanet Peterse, zo’n 30 jaar lid en sinds 2008 penningmeester: “Destijds was ik hier net komen wonen, en ik wilde graag weten of er in Werkhoven iets te doen was. Mijn schoonmoeder bleek lid te zijn van de KPO. Na enkele ‘proefavonden’ besloot ik ook lid te worden.”

Vitaal
De club is met haar tijd meegegaan, zegt Wil van Echteld. “De stencilmachine is al geruime tijd verwisseld voor de computer met de printer en veel vergaderstukken gaan digitaal via internet.” Ook de boerinnenleergangen van de beginjaren – ‘elke week op de fiets naar Utrecht’ - en later de lessen om te leren koken, kaas maken, groenten wecken of poppen maken, hebben plaats gemaakt voor onder meer fietstochten, kaartavonden, een bezoek aan de Keukenhof en bezoekjes aan plaatselijke bedrijven.

“We zijn een vitale vereniging. Veel is er veranderd, maar de 3O’s van Ontmoeten, Ontspannen en Ontwikkeling zijn nog steeds belangrijke pijlers. We hebben een duidelijke plaats verworven binnen de gemeenschap van Werkhoven en we leveren een belangrijke bijdrage aan het maatschappelijk leven in ons dorp.”

Op woensdagmiddag 26 februari kunnen de leden vanaf 14.00 uur in het Wapen van Werkhoven eens rustig in de archieven, verslagen, foto’s en jaarboeken kijken. Ongetwijfeld worden er dan nog meer herinneringen opgehaald.

Tekst: Marijke Dekker

 

In apart kader

Een gedichtje uit de oude doos:

Al heel veel jaar,

een vereniging van Boerinnen bij elkaar,

Vrouwen wilden ook verbonden zijn,

even ontspannen, een cursus volgen of praten

over de kinderen groot en klein.

Dagjes uit of een paar dagen naar ons Erf hoorden er bij.

Het was gezellig, even weg van het gezin en de boerderij.

Ook vrouwen zonder boerenbedrijf op het Platteland,

voelden zich met de Boerinnen heel verwant.

Boerinnenbond werd KPO

Met nieuwe ideeën dat was en is goed zo.

Wil ik nog zeggen een ding,

Alle goeds voor de vereniging.

 

Deel deze pagina